25872 |
zoetstof |
suiker:
suiker (Q249p Aubel)
|
De zoetstof die bij het sap wordt gevoegd als de appels te zuur zijn. De zegsman uit Q 249 merkt op dat men ingeval van zure appels 20 kg. suiker bij het sap voegde. Toch werd in slechts weinig plaatsen suiker gebruikt om het sap zoeter te maken. Volgens de respondenten uit L 379 en L 387 gebruikte men geen suiker maar suikerbieten of zoet fruit, omdat zó werd voorkomen dat het sap zou aanbranden. [N 57, 5]
II-2
|
24284 |
zwaan, algemeen |
zwaan:
chwaen (Q249p Aubel)
|
zwaan [Willems (1885)]
III-4-1
|
24286 |
zwarte kraai, kraai |
kraai:
krō (Q249p Aubel)
|
kraai [Willems (1885)]
III-4-1
|
22826 |
zwemmen |
zwemmen:
zjwɛmən (Q249p Aubel)
|
zwemmen [RND]
III-3-2
|
24292 |
zwerm vogels |
zwerm:
chwärem (Q249p Aubel)
|
zwerm [Willems (1885)]
III-4-1
|
21113 |
zwoord |
zwaard:
žwā.š (Q249p Aubel)
|
zwoerd (van spek) [N 07 (1961)]
III-2-3
|