e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Aubel

Overzicht

Gevonden: 406

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
deur deur: dø̜̄r (Aubel) [rnd 109; S 6; L 1 a-m; L 12, 5; L A2, 265; monogr.; Vld.; div.] II-9
deurtje ijzeren deurtje: ijzeren deurtje (Aubel) Het ijzeren deurtje waardoor het vuur gestookt kan worden. [N 57, 8c] II-2
dier, beest beest: biäst (Aubel), dier: dieer (Aubel) beest [Willems (1885)] || dier [Willems (1885)] III-4-2
doel goal (eng.): Karte 169.  goal (Aubel) Tor des Fussballspiels. III-3-2
doelman keeper (eng.): Karte 170.  keeper (Aubel) Tormann. III-3-2
doen vechten aaneenkomen: ṣtø.əkəldən ə zøvoe:l da saləmo:l ane: kwomə (Aubel) Hij deed geheel de wereld vechten. [RND] III-3-1
dood (bn.) dood: dôêt (Aubel) dood; ¯t kindje was - eer (dat) ze ¯t konden dopen [RND] III-2-2
dooier (het) dool: dǭl (Aubel), eierdool: ei̯ǝrdǭl (Aubel) Het geel van het ei. [RND 123; L 1a-m; L 3, 8; L A2, 383; JG 1b, 1c, 2c; monogr.] I-12
doopjurkje doopkleed: do:pskle:t (Aubel) doopkleed [RND] III-3-3
doopvont dopens: in het dopens of doophuis?  do.pəs (Aubel) doopvont [RND] III-3-3