e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Baarlo

Overzicht

Gevonden: 4283
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
feestpredicatie add. feestpredikant: fieespredikant (Baarlo) Een feestpredikatie. [N 96B (1989)] III-3-3
fiets fiets: fiets (Baarlo, ... ) fiets: Mn - is stuk, ik moet lopen [DC 35 (1963)] || Wat is de dialectbenaming voor een rijwiel in het algemeen [N 99 (1991)] III-3-1
fijn droog stof mulm: mølm (Baarlo) Fijn droog stof op landwegen. [N 27, 37c] I-8
fijngebouwd fijn: fīn (Baarlo) Gezegd van een paard met dunne, fijngebouwde poten. [N 8, 64c] I-9
flambouw flambouw (<fr.): flambouw (Baarlo), luchter: luchter (Baarlo) Een lantaarn met daarin een brandende kaars die tijdens de processie naast het Allerheiligste werd meegedragen, flambouw. [N 96C (1989)] III-3-3
flikflooien flikflooien: (?t z.n.w.).  flikfloejer (Baarlo) flikflooien [SGV (1914)] III-1-4
flink; flinke persoon flink: flink (Baarlo) flink: U loopt nog - voor iemand van uw leeftijd [DC 39 (1965)] III-1-4
fluim fluim: fluum (Baarlo), vlum (Baarlo), kliek: WNT: kliek (II), 3): Fluim. Verouderd. [!!]  kleek (Baarlo) fluim [SGV (1914)] || fluim [klad, kwalster, kwaaier] [N 10a (1961)] III-1-2
fluimen uitspuwen klieken: WNT: klieken (I), 3) Fluimen uitspuwen.  kleeken (Baarlo), uitsmijten: oetsjmiete (Baarlo) spuwen: fluimen uitspuwen [kwalstere, kwaajere, uitgooje] [N 10 (1961)] III-1-2
fluisteren fluisteren: flüüstere (Baarlo), smiespelen: Van Dale: smiespelen, (gew.) fluisteren, smoezelen.  zmiespele (Baarlo) fluisteren [DC 16 (1948)] || lispelen [SGV (1914)] III-3-1