e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Baarlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
geloof geloof: gelauf (Baarlo, ... ), gelouf (Baarlo, ... ) geloof [SGV (1914)] || Het geloof [gloof, geloeëf, geleuf]. [N 96D (1989)] III-3-3
geloofd zij jezus christus geloofd zij jezus christus: gelauft zij jezus christus (Baarlo), in alle eeuwigheid: in alle iewigheid (Baarlo) De Christelijke groet, uitgesproken op niet-liturgiosche bijeenkomsten ["Geloofd zij Jezus Christus...in alle eeuwigheid. Amen"]. [N 96B (1989)] III-3-3
gelooven geloven: gluive (Baarlo) gelooven [SGV (1914)] III-3-3
geloven geloven: geluive (Baarlo, ... ), gluive (Baarlo) Geloven [gleuve, geluuëve, gluive]. [N 96D (1989)] III-3-3
geluidloos een wind laten ene op de sokken laten (gaan): eine op de zeuk loate goan (Baarlo) geluidloos een wind laten [feuze, bussinge] [N 10c (1961)] III-1-1
gemakkelijk gemakkelijk: hemekkelik (Baarlo) gemakkelijk [SGV (1914)] III-1-4
gemeen gemeen: gemein (Baarlo) gemeen [SGV (1914)] III-1-4
gemeente gemeent: geminkt (Baarlo) gemeente [SGV (1914)] III-3-1
gemeenteweide gemeentswei: gǝmeŋkswęi̯ (Baarlo) Weiland dat eigendom is van de gemeente. Een woordtype als vrijwei duidt erop dat men hier als kleine of arme boer zijn koeien vrij kon laten grazen. De informanten van Horn (L 325) en Maasbracht (L 377) zeggen echter dat men eertijds op gemeentewei de koeien kon laten grazen tegen een jaarlijkse vergoeding. [N 14, 60; A 10, 4; N 18, add.; monogr.] I-8
generale absolutie algemene vergeving: algemeine vergaeving (Baarlo), generale absolutie (<fr.): generaal absolutie (Baarlo), generale absolutie (Baarlo) Een generale absolutie, waaraan een volle aflaat is verbonden [jeneraal-abseloetsioeën]. [N 96D (1989)] III-3-3