e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Baarlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
geslachtsrijpe koe maal: mǭl (Baarlo) Jong rund dat oud genoeg is om gedekt te worden. [N 3A, 23] I-11
gesloten boerderijtype toe plaats: tu [plaats] (Baarlo) De bouwdelen van dit boerderijtype omsluiten het erf aan alle vier de zijden; in Nederland wordt dit type wel de "Limburgse hoeve" genoemd. Voor de fonetische documentatie van de woorden tussen vierkante haken wordt verwezen naar het lemma "boerderij, algemeen"(1.1.1). Zie kaart 4, het Ten Geleide van deze aflevering en afbeelding 6. [N 4A, 4] I-6
gesloten kapelletje? kapelletje: kapelke (Baarlo), kepelke (Baarlo) Een kapelletje waar men niet in kan, waarin achter traliewerk een kruis of een beeld staat. [N 96A (1989)] III-3-3
gesneden haan kapuin: kǝpūn (Baarlo) [N 19, 60a; monogr.] I-12
gesneden mannelijk schaap hamel: hāmǝl (Baarlo) [N 19, 65a; JG 1a, 1b, 1c, 2c; AGV m 3; A 2, 46; A 4, 22a; R 3, 24; N 77, add.; L 39, 44; L 20, 22a; L 5, 30b; Wi 12; monogr.] I-12
gesneden mannelijk varken berg: børx (Baarlo), bø̜rx (Baarlo) Het WNT (II, 1 blz. 1872 s.v. berg (II)) geeft de volgende definitie van berg: "Hetzelfde als Barg (I), inzonderheid toegepast op de mannelijke biggen die, ongeveer drie weken oud, zijn gesneden". [N 19, 8; A 4, 4b; A 4, 4a; L 20, 4b; L 37, 49e; JG 1a, 1b, 2c; S 39; N C, add.; monogr.; N E 1, 12] I-12
gesp gespel: choon met ⁄n gaspel (Baarlo), gaspel (Baarlo) gesp [schoenen m.e. ~ ] [SGV (1914)] || sluitgesp, haak aan de tailleband van een broek [sjnal, boksesnal, gasp, gespel] [N 23 (1964)] III-1-3
gespeend veulen speenveulen: spinvø̄lǝ (Baarlo) Een veulen dat gespeend, niet meer gezoogd wordt. De ontwenning heeft tijdens de vierde of vijfde maand plaats. [N 8, 2b] I-9
gesteven voorstuk van een overhemd front: front (Baarlo) voorstuk, gesteven ~ van een overhemd [fruntje, plastron] [N 23 (1964)] III-1-3
gestichte mis gestichte mis: gesjtichde mes (Baarlo), gesjtichte mes (Baarlo) Een gestichte H. Mis. [N 96B (1989)] III-3-3