e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Baarlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
het paard leiden leiden: lęi̯ǝ (Baarlo) Het paard leiden of mennen door het met de teugels te sturen. Werkwoorden zoals varen en leiden werden niet door alle corresponenten gegeven. [N 8, 100 en 101b; Wi 25; monogr.] I-10
het paard met een dubbele lijn leiden op dubbele lijn varen: ǫp˱ dø̜bǝl lin vārǝ (Baarlo) Het paard besturen met een lange teugel uit één stuk, die aan de ene kant van het gebit vertrekt, langs de hand van de voerman gaat en langs de andere kant weer aan het gebit bevestigd is (cf. lemma Dubbele Lijn). Bij deze dubbele lijn, die links én rechts naar de hand van de voerder komt, trekt men aan de kant van de richting die het paard moet inslaan. Werkwoorden zoals varen, leiden werden niet altijd opgegeven. [JG 1b; N 8, 101b-c; N 13, 30 en 35] I-10
het paard met een enkele lijn leiden op enkele lijn varen: ǫp eŋkǝl lin vārǝ (Baarlo) Het paard mennen met een lijn die uit twee delen bestaat, één dat via de rug van het paard de twee uiteinden van het gebit verbindt (cf. lemma Loenje), en een enkele lijn die aan het achterste einde van de eerste bevestigd is (cf. lemma Kordeel, Hotlijn). Die enkele lijn, het kordeel, houdt de voerman in de hand. Om het paard links te doen afslaan, houdt hij die strak gespannen; om het rechts te doen afzwenken, trekt hij met kleine schokjes (stuiklijn). Werkwoorden zoals varen en leiden werden niet door alle corresponenten gegeven. [JG 1b; N 8, 101a; N 13, 29; monogr.] I-10
het paard wennen aan tuig en arbeid aanspannen: ānšpanǝ (Baarlo) [N 8, 99] I-9
het sap indikken kortstoken: kǫrt stǭkǝ (Baarlo) Het sap door koken dik maken. Daarbij ontstaat waterdamp. [N 57, 24b] II-2
het sap verhitten koken: kǭkǝ (Baarlo) Het koken van het sap. In L 379 deed men varkensreuzel in het kokende sap tegen het overkoken. [N 57, 24a] II-2
het schuifje krijgen het deurtje krijgen: deurke (Baarlo), het schuifje krijgen: t sjuufke kriege (Baarlo) Het gebruik om het schuifblad in de biechtstoel te sluiten wanneer de biecht wordt uitgesteld en de biechteling niet geholpen kan worden omdat er redenen zijn om aan het berouw of aan het vervullen van de voldoening te twijfelen [het deurken/vensterken kr [N 96D (1989)] III-3-3
het volle bedrag de hele knommel: vgl. Venlo Wb. (pag. 168): knómmel, 1. rommel; -2. ondeugdelijk spul; -3. vod, lor.  de hiêle knômmel (Baarlo), het ganse bedrag: ⁄t ganse bedraag (Baarlo) volle bedrag, de gehele som, zonder korting [de hele poet, de volle roefel, de hele paaj?] [N 21 (1963)] III-3-1
het vuur aansteken aanstoken: aanstoeke (Baarlo) aanstoken [SGV (1914)] III-2-1
het vuur doven doven: ⁄t veur douve (Baarlo) doven, laten uitgaan, gezegd van vuur in de kachel [N 07 (1961)] III-2-1