e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Baarlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kramer kramer: krīēmer (Baarlo) kramer [SGV (1914)] III-3-1
krampig krampentrekker: krampǝtrękǝr (Baarlo) Gezegd van een paard dat kramp in de benen heeft. Vooral als de paarden een tijdje gestaan hebben, zijn ze erg stijf in de achterpoten. Het paard gaat als een haan. Zie ook het lemma ''hanetred'' (7.29). [N 8, 94c] I-9
kransen boog: baog (Baarlo), kransen: krense (Baarlo), krensen (Baarlo) Een krans van dennegroen maken voor een priesterfeest [krensen]. [N 96D (1989)] III-3-3
krant gazet (<fr.): gezet (Baarlo), krant: krant (Baarlo) krant [SGV (1914)] III-3-1
krassen kratsen: kratse (Baarlo) krassen [SGV (1914)] III-4-4
kreeft kreeft: kreef (Baarlo) kreeft [SGV (1914)] III-2-3
krekel heikrekel: heikrekel (Baarlo), krekel: krekel (Baarlo) krekel [DC 07 (1939)], [SGV (1914)] III-4-2
krentenbol bestel: Syst. WBD  bestelle (Baarlo), krentenbroodje: krintebruudje (Baarlo), Syst. WBD  krintebreudje (Baarlo) Krentenbroodje, krentenbol (krintenbol, briosj, krennee, krennie?) [N 16 (1962)] III-2-3
krentenbrood krentenmik: krintemek (Baarlo), krentenweg: krintewèk (Baarlo), Syst. WBD  krintewaek (Baarlo), rozijnenweg: rezienewêk (Baarlo) krentenbrood [SGV (1914)] || Krentenbrood (krintemik, kramiek, beezenbrood, rezienemik, lippert, pruukesweg?) [N 16 (1962)] || wittebrood met alleen krenten [DC 053A (1978)] III-2-3
kreunen kermen: kermen (Baarlo) kreunen [SGV (1914)] III-1-4