e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Baarlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
libel en waterjuffer garenpaap: garepaap (Baarlo, ... ) libel, grote soort, ong. 7 cm, bruinachtig [DC 27 (1955)] || libel, kleine soort, ong. 5 cm, met blauwe en zwarte banden [DC 27 (1955)] III-4-2
lichaam lichaam: lichaam (Baarlo), lijf: liev (Baarlo), līēf (Baarlo) lichaam [N 10 (1961)], [SGV (1914)] III-1-1
lichaamskracht macht: gen mach mier (Baarlo, ... ), mach (Baarlo, ... ) lichaamskracht (kracht die een zieke geleidelijk verspeelt) [macht, maacht] [N 10 (1961)] III-1-2, III-1-4
lichaamsvocht leewater: leiwater (Baarlo), water: water (Baarlo) leewater [SGV (1914)] || lichaamsvocht (dat zich bijv. in de gewrichten bevindt) [N 10 (1961)] III-1-2
lichtboom van de handmolen licht: lext (Baarlo) Het onder de pasbrug geplaatste balkje, als onderdeel van de licht van handmolens, waarmee de pasbrug op en neer kan worden bewogen. [N D, 22] II-3
lichte klei zavel: zāvǝl (Baarlo) Grondsoort die bestaat uit zand en klei. Zavel is lichte klei waarin het zandgehalte 60 tot 80% kan zijn. [N 27, 43; N 27, 41] I-8
lichte nevel blaak: blaok (Baarlo), dons: dons (Baarlo), nevel: nevel (Baarlo) lichte nevel die het zicht vertroebelt [donst, dook, blaok] [N 22 (1963)] III-4-4
lichtgeraakt, kregel het gauw te pakken hebben: hêt ⁄t gauw (te pakke) (Baarlo), kregel: kregel (Baarlo) kregel [SGV (1914)] || lichtgeraakt [SGV (1914)] III-1-4
lidmaat, ledematen lid, leden: lééd (Baarlo), lidmaat, ledematen: lidmaot (Baarlo) ledematen, lidmaat [N 10 (1961)] III-1-1
lied, liedje lied: leed (Baarlo) lied [SGV (1914)] III-3-2