e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
licht binnenlui:   licht (Lummen, ... ), brede buikriem:   le ̝xt (Zonhoven  [(ouder dan onderhulp)]  ), draagriem:   le ̝xt (Eksel, ... ), lex (Blerick, ... ), lext (Achel, ... ), lextj (Ospel), lēxt (Bree), lęxt (Helchteren), draagriem van het kerkvaandel:   licht (Tungelroy), duizelig:   lich een zene kop (Beverst), lich in de kop (Ulestraten), lich van kop (Maasniel), licht in zen hŭŭt (Stevoort), licht ìnne kop (Heel), liech in zen heud (Wellen), līcht in e kóp (Panningen), [vgl. leed lid etc.]  léég in də kop (Oirsbeek), eglichter:   lext (Kinrooi, ... ), fijngebouwd:   lex (Tongeren, ... ), lext (Niel-Bij-Sint-Truiden), lixt (Diepenbeek), gemakkelijk:   leecht (As), lich (Klimmen, ... ), licht (As, ... ), liech (Maastricht), lieg (Maastricht), ligt (Meijel, ... ), loch werk (Oirsbeek), lóch (Heerlen), greinstok:   lext (Stokrooie), karsteun:   lixt (Valkenburg), kruizeel:   lex (Blerick  [(op de bouw niet gebruikt)]  , ... ), lext (Baexem, ... ), lamp:   l‧ēx (Meeswijk), Verklw. leechske  leech (Venlo), lantaarn:   leicht (Molenbeersel), licht van bouw:   lich (Eisden), lich (van gewich) (Herten (bij Roermond)), licht (As, ... ), licht, steenlicht:   lex (Beek, ... ), lext (Aldeneik, ... ), licht (Arcen, ... ), lixt (Lauw, ... ), løx (Maasmechelen), lēxt (Hamont, ... ), līx (Heks), lichtboom:   lex (Geysteren), lext (Helden, ... ), licht (Gennep, ... ), lichtboom van de handmolen:   lex (Munstergeleen), lext (Baarlo, ... ), licht (Bocholtz), lēxt (Meijel), lichttouw, lichtkoord:   lext (Beringe, ... ), licht (Beegden, ... ), mager:   löcht (Kapel-in-t-Zand, ... ), nieuwe maan:   leech (Beesel), olielamp:   løx (Echt  [(id)]  ), løxt (Thorn  [(gewone stallamp)]  ), onbewolkt:   leecht (Bree, ... ), lext (Houthalen), licht (Eys, ... ), lieeht (Eksel), ligt (Montfort), ondiep:   lex (Brunssum, ... ), lext (Opglabbeek, ... ), līǝt (Bleijerheide), pasbrug:   le.x (Maaseik), lex (Klimmen, ... ), lext (Opitter), licht (Neeritter), lixt (Paal), løx (Maasmechelen), pupil:   lēēch (Reuver), sein voor begin en einde van de schaft:   let (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Domaniale]), steenkraan:   lex (Einighausen), verlichting:   leecht (As, ... ), weerlichtx:   leech (Geulle), ə leech (Schimmert) I-1, I-10, I-13, I-2, I-9, II-3, II-5, II-8, II-9, III-1-1, III-1-2, III-1-4, III-2-1, III-2-3, III-3-2, III-3-3, III-4-4