e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Baarlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
liederen (mv.) liedjes: leedjes (Baarlo) liederen (mv.) [SGV (1914)] III-3-2
lief lief: leef (Baarlo) lief [SGV (1914)] III-1-4
liefde liefde: leefde (Baarlo, ... ) liefde [SGV (1914)] III-1-4, III-3-1
liefhebben liefhebben: leef hubbe (Baarlo) liefhebben [SGV (1914)] III-1-4
liegen liegen: leege (Baarlo) liegen [SGV (1914)] III-3-1
lies lies: lees (Baarlo, ... ), lies (Baarlo) lies [SGV (1914)] || lies, liezen [den dunne, lieze, lieses] [N 10 (1961)] III-1-1
lieveheersbeestje lieveheersmusje: leevenhiersmŭske (Baarlo), oliebeestje: ouliebiesje (Baarlo), ōəlībīëšə (Baarlo) lieveheersbeestje [DC 49 (1974)], [Roukens 03 (1937)] III-4-2
lievevrouwebedstro onzelievevrouwegras: aa  ooze Leeve Vrouwegraas (Baarlo) onzelievevrouwebedstro [SGV (1914)] III-4-3
liggen liggen: ligge (Baarlo) liggen [SGV (1914)] III-1-2
liggend dakvenster dakvenster: dākvenstǝr (Baarlo) Een dakvenster is een liggend raampje op het dak dat meestal geopend kan worden en dat dient ter belichting en beluchting van de zolder, ook wel als toegang tot het dak bij bijv. reparaties of om door naar buiten te kijken. Het is meestal te klein om hooi door te laten, maar grotere vensters kunnen wel daartoe dienen (zie het lemma "hooivenster", 3.4.5). [N 4A, 45c; monogr.] I-6