e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Baarlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
list fint: finte (Baarlo), kunst: kunste (Baarlo) fint (list, barstje) [SGV (1914)] III-1-4
litanie van de rozenkrans litanie (<lat.): litenie (Baarlo), litanie (<lat.) van onze-lieve-vrouw: leitenie van os leefvrouw (Baarlo), letenie van o l vrouw (Baarlo) De litanie van O.L. Vrouw, het slot van het Rozenhoedje [littenïj, lietenïj, lieteniej, lietenej?]. [N 96B (1989)] III-3-3
litteken litteken: litteiken (Baarlo, ... ) Als een wond of zweer is genezen, blijft de plaats ervan meestal zichtbaar. Die plek noemt men dan een .... (Nederl. litteken). [DC 30 (1958)] || litteken [SGV (1914)] III-1-2
liturgisch vaatwerk kelken: kelke (Baarlo), kelken (Baarlo) De heilige vaten, het liturgisch vaatwerk [kelken, cibories, monstrans]. [N 96A (1989)] III-3-3
liturgische gewaden kleren: kleijer (Baarlo), miskleren: meͅskleͅiər (Baarlo) De paramenten, de liturgische gewaden. [N 96A (1989)] III-3-3
loeien van de koe in het algemeen beuken: bø̜̄kǝ (Baarlo), bø̜̄kǝn (Baarlo), bø̜kǝ (Baarlo) [N 3A, 5a; JG 1a, 1b; Gwn V, 8; Wi 57; monogr.] I-11
loeien van de koe van pijn beuken: bø̜̄kǝn (Baarlo), bø̜kǝ (Baarlo) [N 3A, 5e] I-11
loenje teugel: tø̄gǝl (Baarlo) Dubbele band die aan weerszijden van het bit vastgemaakt is, maar slechts tot achter de nek van het paard reikt (cf. definitie van lemma Teugel). Achter aan deze riem is het kordeel vastgemaakt. [JG 1b; N 13, 31] I-10
loeren loeren: loere (Baarlo), lonken: lonke (Baarlo) kijken: loeren [lonke, luime] [N 10 (1961)] III-1-1
lof lof: lof (Baarlo, ... ), uitstelling onder het lof: oetstelling onger t lof (Baarlo) Het lof, de kerkdienst met uitstelling van het Allerheiligste, gehouden op zondagmiddag, soms op zaterdagavond [lof, laof, zeëje?]. [N 96B (1989)] III-3-3