e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Baarlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
raamvleugel raam: rām (Baarlo) Het draaiend deel van een raam. In L 270 bestond in oudere huizen een raam uit twee gedeelten. Het bovenstuk van zo'n raam kon naar binnen worden opengeklapt. Men noemde dit het 'bovenlicht' ('bǭvǝlēx'). Zie ook het lemma 'Bovenlicht'. [N 55, 40b; A 46, 10b; monogr.] II-9
raar, vreemd vreemd: vrèmp (Baarlo), vrêmd (Baarlo) 01; vreemd [SGV (1914)] || vreemd: Hoe luidt in uw dialect het woord - [DC 19 (1951)] III-1-4
raat raat: roǝt (Baarlo) Een raat is een schijf gevormd door twee lagen met de rug tegen elkaar liggende zeszijdige cellen. Ze wordt door de bijen gemaakt voor het opkweken van de larven en voor het opbergen van honing in de winter. Het bouwsel is van was. [N 63, 13a; L 1a-m; S 3; A 25, 10; JG 1a+1b; JG 2b-5, 3; Ge 37, 53; monogr.] II-6
raden raden: rao‧je (Baarlo), roaje (Baarlo) raden [N 07 (1961)] || raden (ww.) [SGV (1914)] III-1-4, III-3-2
rafel rafel: reifels (Baarlo) Hoe noemt men de losse draden, die uit een weefsel loslaten? (Nederl. rafels) [DC 31 (1959)] III-1-3
rafelen rafelen: roafele (Baarlo), rǭfǝlǝ (Baarlo) rafelen [SGV (1914)] || Uitvezelen van stof. [N 59, 188; N 62, 45a; MW; S 29; monogr.] II-7, III-1-3
ragebol spinnenjager: sjpinnejaeger (Baarlo), spinnejaeger (Baarlo) bezem (met lange steel); inventarisatie benamingen; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] || ragebol, bolvormige borstel waarmee spinnewebben worden verwijderd [N 26 (1964)] III-2-1
ramen lappen ruiten wassen: rūtə wasə (Baarlo), ruiten zemen: rūtə zīəmə (Baarlo) ramen zemen [DC 15 (1947)] III-2-1
rand van een hoed rand: rank (Baarlo) luifel, overstekende rand van een hoed [N 25 (1964)] III-1-3
rank rank: rank (Baarlo), reng (mv.): renj (Baarlo) rank [SGV (1914)] || ranken (v.e. wingerd) [SGV (1914)] III-4-3