20446 |
rouwsluier |
rouwsluier:
rouwsleuer (L295p Baarlo),
voile:
voeël (L295p Baarlo)
|
een rouwsluier, voile, falie [N 96D (1989)]
III-2-2
|
20447 |
rouwsluier aan een hoed |
rouwsluier:
rouwsjluier (L295p Baarlo),
voile-tje:
vuèlke (L295p Baarlo)
|
een rouwsluier, voile, falie [N 96D (1989)] || rouwsluier(s) aan een hoed [N 25 (1964)]
III-2-2
|
21101 |
roux |
saus:
Note v.d. invuller: onduidelijk wat hier wordt bedoeld!
saus (L295p Baarlo)
|
Hoe noemt u het met vet of boter bruin gemaakt meel, dat dient om soep of groenten klaar te maken? [N 104 (2000)]
III-2-3
|
24524 |
rozenbottel |
rozenknoop:
roezeknoap (L295p Baarlo)
|
rozenbottel [SGV (1914)]
III-4-3
|
23721 |
rozenhoedje |
rozenhoedje:
rozenheutje (L295p Baarlo),
rozenkrans:
roeezekrans (L295p Baarlo),
tientje:
tientje (L295p Baarlo)
|
Een Rozenhoedje (waarbij men 1 maal het bidsnoer langs gaat). [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23716 |
rozenkrans |
rozenkrans:
roeezekrans (L295p Baarlo),
roezekrans (L295p Baarlo, ...
L295p Baarlo)
|
De rozenkrans, het bidsnoer [bid-vr-ons?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23722 |
rozenkransgebed |
drie rozenkrans:
dreej roeezekrens (L295p Baarlo),
dreej roezekrens (L295p Baarlo)
|
Het Rozenkransgebed (hierbij gaat men 3 maal het bidsnoer langs) . [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23730 |
rozenkransmaand |
rozenkransmaand:
roeezekansmaond (L295p Baarlo),
roezekransmaond (L295p Baarlo, ...
L295p Baarlo)
|
De Rozenkransmaand (d.w.z. oktober). [N 96B (1989)]
III-3-3
|
20851 |
rozijnenbrood |
rozijnenweg:
rozienewèk (L295p Baarlo)
|
wittebrood met krenten, rozijnen (en eventueel sucade) [DC 053A (1978)]
III-2-3
|