| 23446 |
stolp over een heiligenbeeld |
stolp:
sjtøͅlp (L295p Baarlo, ...
L295p Baarlo)
|
Een stolp of stulp, een klokvormig glas over een kruis- of heiligenbeeld. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
| 34075 |
stomphoorns |
rotte hoorns:
rǫtǝ hø̜̄r (L295p Baarlo)
|
Afgebrokkelde of slecht ontwikkelde hoorns. [N 3A, 106c]
I-11
|
| 18843 |
stomverbaasd |
verstomd:
verstomd (L295p Baarlo)
|
verstomd [SGV (1914)]
III-1-4
|
| 19820 |
stoof, voetenwarmer |
stoof:
stoof (L295p Baarlo)
|
stoof [SGV (1914)]
III-2-1
|
| 20641 |
stoofvlees, zuurvlees |
vlees in het zuur:
Syst. WBD
vleis in het zoor (L295p Baarlo),
zuurvlees:
zoor vleis (L295p Baarlo),
Syst. WBD
zoorvleis (L295p Baarlo)
|
Gemarineerd rundvlees, bereid met azijn, olie en kruiden (bufflamood, zoerbrèùtje?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
| 33419 |
stookgat van de oven |
stookgat:
štǭk˲gāt (L295p Baarlo)
|
De benaming voor het stookgat van de oven dat voorzien is van een ijzeren deurtje. Vergelijk het lemma "ovenmond" in aflevering II.1, pag. 71. Zie voor de fonetische documentatie van het woord(deel) (oven-) het lemma "bakoven" (3.1.3). [N 5A, 79b]
I-6
|
| 25860 |
stookhuis |
afdak:
(onder een) āfdāk (L295p Baarlo),
schop:
šǫp (L295p Baarlo)
|
De ruimte waar men stroop maakt. [N 57, 1b; monogr.]
II-2
|
| 33357 |
stookhuis, plaats voor de veevoerkookketel |
voerhuis:
vōrhūs (L295p Baarlo)
|
De plaats in de stal, of de ruimte vooraan in de stal, waar de veevoerkookketel staat. Soms heeft men geen aparte ruimte voor dit doel en kookt men het veevoer in de bijkeuken. In andere gevallen, zoals in K 358 staat deze ketel meestal buiten, of, zoals vermeld in L 360, heeft men er een apart gebouwtje voor naast de stal. Dikwijls ook kookt men in het bakhuis, waar ook het brood gebakken wordt (L 426), vandaar de frequente (bakhuis)-opgaven; vergelijk de kaart. Zie voor de fonetische documentatie van enkele van deze (bakhuis)-opgaven het lemma "bakhuis" (3.1.2). Zie ook afbeelding 8 bij het lemma "voorstal" (2.2.5). [N 5A, 35c en 60c: L 1, a-m; S 50; monogr.]
I-6
|
| 25866 |
stookloon |
persloon:
pǫrslūn (L295p Baarlo)
|
Het loon dat de stroopstoker ontvangt voor het stroopstoken. [N 57, 3b]
II-2
|
| 21252 |
stoomboot |
stoomboot:
stomboēt (L295p Baarlo)
|
stoomboot [SGV (1914)]
III-3-1
|