e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Baarlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wedstrijdduif reisduif: Zoëget iddere miénwèrker hej vreuger reisdóeve.  reisdóeve (Baarlo, ... ) Postduiven. III-3-2
weduwe wedvrouw: wedvrouw (Baarlo, ... ) weduwe [DC 05 (1937)], [SGV (1914)] III-2-2
weduwnaar wedman: wedman (Baarlo, ... ) weduwnaar [DC 05 (1937)], [SGV (1914)] III-2-2
weefkamer weverskamer: wē̜vǝrskāmǝr (Baarlo) De kamer of het vertrek waarin geweven wordt en waar het spinnewiel of de weefstoel staat. Dat kan de keuken, de opkamer, de naaikamer of een kamer(tje) zijn. In dit lemma gaat het om een weefruimte in het huis. [N 39, 4; N 5A (I] II-7
weefsel, stof stof: stof (Baarlo) stof (étoffe) [SGV (1914)] III-1-3
week in de muil week in de muil: węi̯k en dǝ mul (Baarlo) Gevoelig in de mond voor de druk van het gebit, vooral bij jonge paarden. [JG 1a; N 8, 64f] I-9
weekdienst weekdienst: waekdeens (Baarlo, ... ), waekdeenst (Baarlo) Een wekelijkse mis voor een overledene, weekdienst. [N 96B (1989)] III-3-3
weelde weeld: wêld (Baarlo) weelde [SGV (1914)] III-3-1
weer naar het jaargetijde allerheiligenzomer: allerheiligezomer (Baarlo), hete zomer: eine heite zomer (Baarlo), kranenzomer: kraonezomer (Baarlo), kroenekranenzomer: kroenekraanezomer (Baarlo), Een zachte nazomer.  kroenekraonezomer (Baarlo), kwakkelzomer: kwakelzomer (Baarlo) weer in bepaalde jaargetijden (bijv. [kranenzomer] (zachte nazomer), [bamisweer] (herfstweer) e.d. inventarisatie uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 22 (1963)] III-4-4
weerborstel borstel: borstel (Baarlo), weerborstel: wèrborstel (Baarlo), wèèrborsel (Baarlo) Harde, dikke en stijve stekelharen met een draaiing erin voor op de rug van het varken. [N 76, 13; N 28, 31] || valse kruin, zomaar ergens in het hoofdhaar [wersboorsel, wirborstel] [N 10 (1961)] I-12, III-1-1