24300 |
dier, beest |
dier:
dēēr (L295p Baarlo)
|
dier [SGV (1914)]
III-4-2
|
33903 |
dikke hakken |
pijphak:
(mv)
pīphakǝ (L295p Baarlo)
|
Verdikking aan de achterkant van het spronggewricht tengevolge van vochtophoping, die kan ontstaan door trappen, stoten of slaan tegen harde voorwerpen. Het is duidelijk merkbaar als men het achterbeen van opzij bekijkt. Zie afbeelding 17 en 18. [N 8, 90d, 90e, 90f, 90h en 90j; monogr.]
I-9
|
18688 |
dikke want |
wollen haasje:
wolle heuskes (L295p Baarlo)
|
wanten, dikke ~, gemaakt van grove (wollen) stof [pieje, piejhesje] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18684 |
dikke wollen sjaal |
das:
das (L295p Baarlo)
|
das, dikke wollen (winter)~ [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18266 |
dikke, warme mantel |
mantel:
mankel (L295p Baarlo)
|
damesmantel, warme ~ [windvanger, kabang] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
24899 |
dinsdag |
dinsdag:
ich kom d--dag (L295p Baarlo)
|
Dinsdag [ik kom ~] [SGV (1914)]
III-4-4
|
22481 |
dinsdag voor aswoensdag |
laatste avond van vastenavond:
De laatste avond van vastenavond (L295p Baarlo),
vastenavonddinsdag:
Vastenavond Dinsdag (L295p Baarlo)
|
naam voor de dinsdag voor Aswoensdag [VC 26 (1961)] || vastenavond [VC 26 (1961)]
III-3-2
|
18601 |
directoire |
boks:
bóks (L295p Baarlo)
|
directoire, damesbroek met elastiek in de pijpezoom [sjans-, sjemieboks] [N 25 (1964)]
III-1-3
|
23565 |
dirigent van het zangkoor |
directeur (fr.):
direkteur (L295p Baarlo),
dirigent (<du.):
dirigent (L295p Baarlo)
|
De dirigent, de leider van het zangkoor. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23931 |
dispensatie |
dispensatie (<fr.):
dispensatie (L295p Baarlo, ...
L295p Baarlo),
vrijstelling:
vreestelling (L295p Baarlo)
|
De ontheffing, vrijstelling van een kerkelijk gebod of voor-schrift (op het gebied van de zondagsheiliging, vasten en onthouding, huwelijk). [N 96D (1989)]
III-3-3
|