e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Baelen

Overzicht

Gevonden: 421
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rijkdom veel middelen: voe:l medələ (Baelen) rijkdom [RND] III-3-1
rijp rijp: rīēp (Baelen) rijp [RND] III-2-3
rode aalbes biemelen: verzamelfiche, ook mat. van ZND01, u en ZND02, 4  bimmel (Baelen) aalbes [ZND 01 (1922)] I-7
rogge koren: [koren] (Baelen) Secale cereale L. Tot in de jaren vijftig het meest geteelde graangewas in Limburg, met uitzondering van Haspengouw, waar tarwe de meest verbouwde graansoort was. Men zaait ongeveer 170 kg rogge per hectare. Het koren-gebied in dit lemma wijkt aanzienlijk af van dat in het lemma ''graan, koren'' (1.2.1); vergelijk de kaarten die bij de lemma''s getekend zijn. Zie voor de benaming koren en voor de fonetische documentatie van het woord [koren] in het gebied waar ''koren'' zowel de algemene benaming alsook de benaming van de rogge is, het lemma ''graan, koren'' (1.2.1). Zie afbeelding 1, a. [JG 1a, 1b; L 34, 55b; L lijst graangewassen, 6; S 30; Wi 52; monogr.; add. uit N 15, 1a] I-4
room room: rōm (Baelen), rōǝm (Baelen) Het vette deel van de ongekookte melk dat boven komt drijven, als men de melk rustig laat staan. [N 6, 15a; N 16, 17; L 6, 15; L 14, 22; JG 1a, 1b, 2c; A 7, 15; A 39, 7a; Wi 53; Gwn 10, 1; monogr.] I-11
roos (rosa) roos: ruəzə (Baelen) rozen [RND] III-2-1
ros ros: rǫs (Baelen) Thans is het woord ros niet meer gangbaar; het is nog wel vermeld in de enquête van Willems. In enkele dialectwoordenboeken toegelicht als "niet meer gebruikelijk". Het woord leeft nog voort in roskam(men), rosdoek, rosmolen en rossig. [Wi 16] I-9
rozenbottel botskuil: botschkoel (Baelen) rozebottel [ZND 02 (1923)] III-4-3
ruilen (als spel) tuisen: tōēshe (Baelen) Tuisschen. [Willems (1885)] III-3-2
rund rind: rēǝnt (Baelen) Holhoornig, herkauwend zoogdier dat om zijn vlees en melk en ook wel als trekdier gehouden wordt. [L 6, 22; L 42, 12; S 30; S 49; Wi 6; monogr.] I-11