e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Beegden

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pastorie pastorie: pasterie (Beegden) pastorie [SGV (1914)] III-3-3
patates frites friet: friet (Beegden) de staafjes aardappel die in vet gebakken en ook wel in zakjes verkocht worden? [DC 46 (1971)] III-2-3
paus paus: paus (Beegden) paus [SGV (1914)] III-3-3
peetoom peter: pèèter (Beegden), peteroom: pèèteroeəme (Beegden), pêteroame (Beegden, ... ), pêterôôme (Beegden) peetoom [SGV (1914)] || peetoom (de oom naar wien iemand genoemd is) [DC 05 (1937)] || peter (de man, wiens naam het kind gewoonlijk ontvangt) [DC 05 (1937)] III-2-2
peettante meter: mèèter (Beegden), peet: pèèt (Beegden), peettant: pêttant (Beegden, ... ), petertant: pèètertant (Beegden) meter (de vrouw, die het kind ten doop houdt en wier naam het kind gewoonlijk ontvangt) [DC 05 (1937)] || peettante (de tante naar wie iemand genoemd is) [DC 05 (1937)] III-2-2
pensteen pineindsteen: pineindsteen (Beegden) De steen op de penbalk waarin het achtereinde van de molenas en in het bijzonder de daaraan bevestigde ijzeren pin, de taats, draait. De pensteen is in het algemeen uit een harde steensoort vervaardigd en kent een halfcilindervormige uitsparing. Zie ook afb. 47 en 48. [N O, 29a; A 42A, 88] II-3
peper peper: pèper (Beegden) peper [DC 03 (1934)] III-2-3
persen persen: pĕrse (Beegden), pressen: prĕsse (Beegden) persen [SGV (1914)] III-1-2
perzik pche (fr.): pees (Beegden), peers: peers (Beegden) perzik [SGV (1914)] I-7
pet: algemeen klak: klak (Beegden), muts: möts (Beegden, ... ) Hoe noemt men de pet, die bij het werk gedragen wordt? Welken vorm heeft deze? Indien geen pet, maar een muts door de mannen wordt gedragen, hoe noemt men deze dan? Welken vorm heeft ze? [DC 09 (1940)] || pet [SGV (1914)] III-1-3