e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Beegden

Overzicht

Gevonden: 2005
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gaan gaan: goan (Beegden), B.v. nao hoes gaon.  gaon (Beegden) gaan [SGV (1914)] || lopen, gaan; inventarisatie uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 10 (1961)] III-1-2
gaffelreep gaffelreep: gaffelreep (Beegden) Het dikke touw zonder einde dat in een grote lus tussen de gaffels over het gaffelwiel loopt; de molenaar hijst er bij windstilte de zakken mee op. Zie ook afb. 65. [N O, 25p; A 42A, 47; A 42A, 43; A 42A, 46] II-3
gaffelwiel, gaffelrad gaffelrad: gaffelrad (Beegden) Het met ijzeren of houten haken (gaffels) bezette wiel aan de luias, waarover de gaffelreep loopt. Zie ook afb. 65. [N O, 25n; A 42A, 46; N O, 25l] II-3
galerij galderij: gɛldǝrij (Beegden) Het kleine platform of bordes boven aan de molentrap. De galerij is niet bij alle standerdmolens aanwezig. Zie ook afb. 22 en 66. [N O, 48l; Sche 18] II-3
galgenaas galgenaas: galgenaas (Beegden), onnut: onnöt (Beegden), zwereneuter: zjwêreneuter (Beegden) galgenaas [SGV (1914)] III-3-1
gang gang: gank (Beegden) gang [SGV (1914)] III-2-1
gans gans: gǭs (Beegden) [A 2, 42; A 6, 5a; A 6, 5b; A 6, 5c; S 9; L 1a-m; L 1, 58; JG 1a, 1b, 1c, 1d; Vld.; monogr.] I-12
garde geerd: gêrd (Beegden) gard [SGV (1914)] III-2-2
garen garen: gārǝ (Beegden) Gesponnen draad in het algemeen. Het garen kan gemaakt worden van allerlei vezels, bijv. katoen, wol, zijde en linnen. [N 62, 55a; N 59, 6a; L 1a-m; L 7, 58; L 17, 4; L 28, 14; L A1, 18; L B1, 69; L B1, 80; MW; S 7; monogr.] II-7
garnaal garnaal: garnaal (Beegden) garnaal, enkelv. [DC 18 (1950)] III-2-3