26187 |
koordje |
koordje:
kǫrtjǝ (L327p Beegden),
korte slaglijn:
korte slaglijn (L327p Beegden)
|
De kortste van de twee, drie of vier slaglijnen die aan de top van de wiek zit. [N O, 5g; A 42A, 71]
II-3
|
18004 |
koorts |
koorts:
de koaj -
kôrs (L327p Beegden)
|
koorts [SGV (1914)]
III-1-2
|
21411 |
kopen |
kopen:
Opm. bijv. ein kat in e zak koupe. (ps. boven de a (van kat) staat nog een ?; deze combinatieletter is niet te maken, omgespeld is het inderdaad een a).
koupe (L327p Beegden)
|
koopen [SGV (1914)]
III-3-1
|
19883 |
koper poetsen |
poetsen:
putsə (L327p Beegden)
|
metaal met behulp van vloeibare of zachte poetsmiddelen vlekvrij en glanzend maken [DC 15 (1947)]
III-2-1
|
21644 |
kopergeld |
klatergeld:
Opm. voor de vragen a t/m c: tegen al deze opsommingen wordt in het algemeen "klooter geldj"gezegd, behalve voor de witmetalen; hiervoor gebruikt men "klinkendj muntj".
zie toelichting (L327p Beegden)
|
koperen of bronzen geldstukken [rode loop?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
19582 |
kopje |
tas:
tas (L327p Beegden)
|
een kop koffie [SGV (1914)]
III-2-1
|
19325 |
koppig |
koppig:
Opm. bijv. zôô köppig es einen êzel.
köppig (L327p Beegden)
|
koppig [SGV (1914)]
III-1-4
|
20109 |
korenbloem |
blauwbloem:
blau̯blōm (L327p Beegden),
-
blauw-bloom (L327p Beegden)
|
Centaurea Cyanus L. Een niet meer zo algemeen voorkomende plant met blauwe bloemen, een spinselachtig behaarde stengel en dunne lancetvormige bladeren, die groeit in korenvelden, op zandgronden en in bermen. De plant bloeit van juni tot augustus en varieert in hoogte van 30 tot 60 cm. [A 13, 14; L 34, 31; monogr.; add. uit JG 1b] || korenbloem [DC 13 (1945)]
I-5, III-4-3
|
24539 |
kornoelje (alg.) |
konkernolletje:
kònkernölkes (L327p Beegden)
|
kornoelje [SGV (1914)]
III-4-3
|
18013 |
kortademig |
dempig:
dempig (L327p Beegden, ...
L327p Beegden)
|
dempig [SGV (1914)] || kortademig [kort, kortborstig, dempig] [N 10a (1961)]
III-1-2
|