20381 |
meisje met wie men verloofd is |
aanstaande:
aansjtaonde (Q019p Beek),
liefste:
leefste (Q019p Beek)
|
verloofde [vrouwelijk] [fem, frul, caprice] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
18736 |
meisjeshemd? |
meidjeshemdje:
maetjes hömmeke (Q019p Beek)
|
Onderhemd voor meisjes. Hoe noemt men in uw dialect het hemd dat onder de bovenkleding wordt gedragen, direct op het lichaam: van meisjes? [DC 62 (1987)]
III-1-3
|
18734 |
meisjesonderbroek? |
broekje:
brookske (Q019p Beek)
|
Onderbroek voor meisjes. [DC 62 (1987)]
III-1-3
|
18583 |
meisjesondergoed |
meidjesondergoed:
maetjes ongergood (Q019p Beek)
|
Ondergoed voor meisjes. [DC 62 (1987)]
III-1-3
|
34237 |
melk |
melk:
melk (Q019p Beek),
męlk (Q019p Beek),
męlǝk (Q019p Beek),
mɛlǝk (Q019p Beek)
|
De hoofdzakelijk uit water, eiwit, vet en melksuiker bestaande witte vloeistof die door het vrouwelijk rund wordt afgescheiden. Op de kaart is het woordtype melk niet opgenomen. [A3, 3; A 11, 1c; A 17, 17; A 7, 14; RND 40; RND 127; S 23; JG 1a, 1b, 2c; L 1a-m; L 4, 3; L 29, 5; NE 3, V 6n; Vld.; Gwn 10, 1; monogr.]
I-11
|
34241 |
melk zeven |
zijen:
zii̯ǝ (Q019p Beek),
zīǝ (Q019p Beek)
|
De melk door een doek, zeef of filter laten vloeien om de melk te zuiveren van onbruikbare of verontreinigende stoffen of bestanddelen. [S 46; Wi 30; monogr.; add. uit N 12, L 324]
I-11
|
21288 |
melkboer |
melkboer:
mɛləgbu:r (Q019p Beek)
|
melkboer [RND]
III-3-1
|
34226 |
melken |
melken:
mē̜lkǝ (Q019p Beek),
męlkǝ (Q019p Beek),
mɛlkǝ (Q019p Beek),
mɛlkǝn (Q019p Beek)
|
Melk uit de uiers van de koe drukken. Zie afbeelding 9. [L 38, 44; JG 1a, 1b; Wi 26; Vld.; monogr.]
I-11
|
34227 |
melkstoeltje |
melkstoel:
męlkštōl (Q019p Beek)
|
Houten krukje met drie of vier poten waarop men zit bij het melken van de koeien. Zie afbeelding 10. [A 9, 13; A 42, 18a; JG 1d; monogr.]
I-11
|
19930 |
melkzeef |
zijschotel:
zīšōtǝl (Q019p Beek)
|
Voorwerp waarmee men melk zeeft. Het is een soort vergiet met als bodem een doek. De melk wordt uit de melkemmer via deze melkzeef in de melkbus gegoten. Hierdoor blijven grove verontreinigingen achter. Zie afbeelding 11. [A 18, 11a; L 48, 35.Ia; Lu 2, 35.Ia; Gwn 8, 6; JG 1d; monogr.]
I-11
|