e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q019p plaats=Beek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rok: algemeen rok: rok (Beek, ... ) vrouwenrok, kledingstuk dat van het middel af naar beneden hangt [rok, schort, schot, malbeusj] [N 24 (1964)] III-1-3
rollen wellen: wɛlǝ (Beek) Het land bewerken met de rol, met de rol over het land gaan. In dit lemma zijn ook enige termen ondergebracht, die het rollen met een bepaald doel, resp. een tweetal manieren van rollen naar de richting betreffen. Voor het (...)-gedeelte van de varianten daarvan zij verwezen naar het simplex wellen aan het be-gin. [JG 1a + 1b; N 11, 87; N 11A, 187a + b + c + 189a; N P, 20 add.; monogr.] I-2
rommelpot foekepot: foekepot (Beek) foekepot [VC 27 (1962)] III-3-2
rond wittebrood ronde weg: ronne wek (Beek) rond brood, gebakken van bloem [N 29 (1967)] III-2-3
rondsel rondsel: rū ̞ǝnsǝl (Beek) Het spijlen- of stavenrad dat aan de bovenzijde van het staakijzer is bevestigd. Bij de standerdmolen loopt dit rad in het aswiel, bij de Hollandse molen in het spoorwiel. Het rondsel is opgebouwd uit twee evenwijdige schijven die verbonden zijn door op regelmatige afstand loodrecht geplaatste staven. Zie ook afb. 58 en 59 en de toelichting bij het lemma ɛrondsel van de watermolenɛ.' [N O, 14a; A 42A, 11; Sche 42; N O, 41f; N D, 21; N D, 25] II-3
roodborstje roodborstje: rôôtbösjke (Beek) roodborst III-4-1
roof(je) (korst op een wonde) roof(je): roaf (Beek) Een roofje (korstje) op een wond. [DC 14 (1946)] III-1-2
roofbijen rovers: roǝvǝrs (Beek) Bijen die honing roven bij andere volken. Wanneer bijen in drachtloze perioden geen honing meer kunnen vinden in de bloemen, dan gaan ze die zoeken bij andere volken. [N 63, 67c; N 63, 67a; Ge 37, 96; monogr.] II-6
rookvlees gerookt vlees: geruik vleisj (Beek), rookvlees: rèùkvleisch (Beek) rookvlees; Hoe noemt U: Een stuk gerookt vlees (krep, rookvlees) [N 80 (1980)] III-2-3
room room: rǫu̯m (Beek) Het vette deel van de ongekookte melk dat boven komt drijven, als men de melk rustig laat staan. [N 6, 15a; N 16, 17; L 6, 15; L 14, 22; JG 1a, 1b, 2c; A 7, 15; A 39, 7a; Wi 53; Gwn 10, 1; monogr.] I-11