18802 |
dwaze streek |
gekke vlaag:
⁄n gekke vlög (Q019p Beek)
|
een dwaze streek [woei] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19260 |
dwingen |
dwingen:
dwenge (Q019p Beek)
|
het iemand onmogelijk maken anders dan op een bepaalde wijze te handelen [dwingen, nopen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18405 |
eau de cologne |
eau de cologne (fr.):
oo de klonj (Q019p Beek)
|
reukwater, eau de cologne [lodderijn] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
20394 |
echtgenoot |
mens:
minsj (Q019p Beek)
|
de man met wie men getrouwd is [man, mens, baas] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
20391 |
echtgenote |
vrouw:
vrouw (Q019p Beek)
|
de vrouw met wie men getrouwd is [wijf, vrouw] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
18101 |
eczeem |
zeek:
zeek (Q019p Beek)
|
Eczeem: jeukende huiduitslag met blaren, roodheid, vochtafscheiding, korsten en schilfers (zilt, haarworm). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
24436 |
eekhoorn |
eekkatsje:
eikketske (Q019p Beek)
|
eekhoorn [DC 07 (1939)]
III-4-2
|
28512 |
een baard maken |
baard maken:
bārt mākǝ (Q019p Beek)
|
Het vormen van een tros bijen rond het vlieggat tegen de ingang en soms aan de randen van de vliegplank. Het is een voorteken tot zwermen. Een splitsing van het volk is op komst. Daarom gaan de werksters alvast bij duizenden rond het vlieggat hangen, poot-in-kaak. Ook tal van haalbijen sluiten zich bij de tros of baard aan, wachtend op het moment van uitzwermen. [N 63, 30a]
II-6
|
21811 |
een bevel opvolgen |
luisteren:
loestere (Q019p Beek)
|
een bevel opvolgen [pareren, luisteren, gehoorzamen] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
20505 |
een borrel drinken |
een drupje drinken:
⁄n drupke drenke (Q019p Beek),
proeven:
preuve (Q019p Beek),
zich een pitsen:
zich eine pitsje (Q019p Beek)
|
jenever drinken; Hoe noemt U: Jenever drinken (proeven, likken) [N 80 (1980)]
III-2-3
|