e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q019p plaats=Beek

Overzicht

Gevonden: 2562
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dwaze streek gekke vlaag: ⁄n gekke vlög (Beek) een dwaze streek [woei] [N 85 (1981)] III-1-4
dwingen dwingen: dwenge (Beek) het iemand onmogelijk maken anders dan op een bepaalde wijze te handelen [dwingen, nopen] [N 85 (1981)] III-1-4
eau de cologne eau de cologne (fr.): oo de klonj (Beek) reukwater, eau de cologne [lodderijn] [N 86 (1981)] III-1-3
echtgenoot mens: minsj (Beek) de man met wie men getrouwd is [man, mens, baas] [N 87 (1981)] III-2-2
echtgenote vrouw: vrouw (Beek) de vrouw met wie men getrouwd is [wijf, vrouw] [N 87 (1981)] III-2-2
eczeem zeek: zeek (Beek) Eczeem: jeukende huiduitslag met blaren, roodheid, vochtafscheiding, korsten en schilfers (zilt, haarworm). [N 84 (1981)] III-1-2
eekhoorn eekkatsje: eikketske (Beek) eekhoorn [DC 07 (1939)] III-4-2
een baard maken baard maken: bārt mākǝ (Beek) Het vormen van een tros bijen rond het vlieggat tegen de ingang en soms aan de randen van de vliegplank. Het is een voorteken tot zwermen. Een splitsing van het volk is op komst. Daarom gaan de werksters alvast bij duizenden rond het vlieggat hangen, poot-in-kaak. Ook tal van haalbijen sluiten zich bij de tros of baard aan, wachtend op het moment van uitzwermen. [N 63, 30a] II-6
een bevel opvolgen luisteren: loestere (Beek) een bevel opvolgen [pareren, luisteren, gehoorzamen] [N 85 (1981)] III-3-1
een borrel drinken een drupje drinken: ⁄n drupke drenke (Beek), proeven: preuve (Beek), zich een pitsen: zich eine pitsje (Beek) jenever drinken; Hoe noemt U: Jenever drinken (proeven, likken) [N 80 (1980)] III-2-3