19052 |
nieuws |
nieuws:
nuuts (Q019p Beek)
|
een bericht over iets dat nog onbekend was [nets, nieuws] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
19177 |
nieuwsgierigaard |
nieuwsgierige naas:
nuuschaerige naas (Q019p Beek)
|
iemand die alles nieuwsgierig bekijkt [gaper] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18122 |
nijdnagel |
nijd:
neet (Q019p Beek)
|
Hoe noemt men een los stukje vel aan de rand van de nagel van een vinger? (Nederl. nij(d)nagel, dwangnagel, stroopnagel). [DC 30 (1958)]
III-1-2
|
20504 |
nippen |
pitsen:
pitsje (Q019p Beek, ...
Q019p Beek)
|
Hoe noemt U: Met kleine beetjes drinken (pisen) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
20401 |
noemen |
noemen:
neume (Q019p Beek)
|
noemen, een naam geven [DC 03 (1934)]
III-2-2
|
25560 |
nog niet uitgerezen deeg |
groen(e) deeg:
grø̄nǝn dęjx (Q019p Beek)
|
[N 29, 26a; monogr.]
II-1
|
28639 |
noodvoederen |
noodvoeren:
noodvoeren (Q019p Beek)
|
Het voederen aan het einde van de winter, als de bijen door hun eigen voorraad heen zijn en het nog te koud is om zelf honing te halen. Volgens de informant van L 333 is dit bijvoeren uit den boze en mag het eigenlijk niet voorkomen. [N 63, 110b; Ge 37, 194; monogr.]
II-6
|
28570 |
nosema |
nosema:
nosema (Q019p Beek)
|
Ziekte die de darm van de bij aantast. De nosema-bacil is een darmparasiet of zwakteparasiet. Deze parasiet wordt in de hand gewerkt door stuifmeelgebrek. Deze bacil vormt sporen die in honing verblijven en door de bijen bij de voeding worden ingenomen. Bij hun tocht door de darm ontwikkelen deze sporen zich weer tot bacil. In de darm vermenigvuldigen ze zich zeer snel. De besmette bijen sterven dan ook al na twee à drie dagen. Bestrijding in zeer ernstige gevallen door afzwavelen en verbranden van het volk. Ook andere, chemische bestrijding is mogelijk. [N 63, 71; N 63, 71a]
II-6
|
18334 |
nylonkous |
nylon:
nylons (Q019p Beek)
|
nylonkousen [N 24 (1964)]
III-1-3
|
18938 |
obstakel |
ongerief:
ongereef (Q019p Beek)
|
iets dat het tot een einde brengen van een handeling in de weg staat [ongerief, mishand] [N 85 (1981)]
III-1-4
|