24467 |
kikkerdril (2, bewerkt) |
(-)eieren, eitjes:
kwɛkərte-ɛi̯kəs (L300p Beesel)
|
kikkerrit [RND]
III-4-2
|
26185 |
kikkerlijnen |
kikkerlijnen:
kikkerlijnen (L300p Beesel)
|
De touwtjes waarmee de zeilen aan de kikkers op de roeden bevestigd worden. [N O, 5e; A 42A, 70]
II-3
|
26184 |
kikkers |
kikkers:
kikkers (L300p Beesel)
|
De ijzeren of houten bekjes aan de voorzijde van de roede waaraan het zeil wordt vastgemaakt. In l 381 waren de kikkers van hout omdat de molen houten roeden had. [N O, 5d; A 42A, 69; N O, 5e]
II-3
|
20173 |
kind (troetelnaam) |
kindje:
kīēntjə (L300p Beesel),
schijtvotje:
sjīātvötjə (L300p Beesel),
snobbeltje:
cf. WNT s.v. "snobbelen"Afl. "snobbel"= liefkozend woord
sjnŭŭbəlkə (L300p Beesel)
|
het liefkozend woord van ouderen voor kinderen [doeleke, dooier, fies, kadolleken, zoeteken, krotte, schijtgat, drulleke, hummel, etc.] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
18738 |
kinderhemd? |
kinderhemd:
kinjerhemd (L300p Beesel)
|
Onderhemd voor kinderen. Hoe noemt men in uw dialect het hemd dat onder de bovenkleding wordt gedragen, direct op het lichaam: van kinderen? [DC 62 (1987)]
III-1-3
|
18674 |
kinderkleren |
kinderkleren:
kinjerkleier (L300p Beesel)
|
Kinderkleren. [DC 62 (1987)]
III-1-3
|
23567 |
kinderkoor |
kinderkoor:
kinjerkoeer (L300p Beesel)
|
Het kinderkoor, jongenskoor of knapenkoor, een zangkoor van kinderen uit de hoogste klassen van de lagere school. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23505 |
kindermis |
kindermis:
kinjermes (L300p Beesel)
|
Een kindermis, schoolmis [kiendermis, kingermès, sjoeëlmès?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
18590 |
kinderondergoed |
kinderondergoed:
kinjerongergood (L300p Beesel)
|
Ondergoed voor kinderen. [DC 62 (1987)]
III-1-3
|
20169 |
kinds |
kinds:
kinds (L300p Beesel),
kinjs (L300p Beesel),
kins (L300p Beesel),
verkindst:
vərkinjs (L300p Beesel, ...
L300p Beesel)
|
door hoge ouderdom zwak van geest [suffig, kinds, simpel] [N 85 (1981)] || door hoge ouderdom zwak van geest, geheugenloos [kinds, simpel] [N 86 (1981)]
III-2-2
|