25029 |
kleurx |
kleur:
kleur (L300p Beesel)
|
kleur [DC 42B (1967)]
III-4-4
|
17893 |
klieven |
kloven:
kluivə (L300p Beesel)
|
klieven: Vaneen scheiden (klieven, kloven). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
21469 |
klikspaan |
kletsmeier:
kletsmeijer (L300p Beesel)
|
klikspaan; Iemand die daar een gewoonte van maakt is een ...... [DC 48 (1973)]
III-3-1
|
24581 |
klimop |
klimop:
WBD / WLD
klimop (L300p Beesel),
wintergroen:
-
winjtergreun (L300p Beesel)
|
De altijdgroene heester die zich door middel van wortels aan de omringende voorwerpen hecht (klimop, veil, klim, ifte, eiloof, klimmerkruid, lier). [N 82 (1981)] || klimop [DC 68 (1993)]
III-4-3
|
24536 |
klit |
klit:
klet (L300p Beesel),
klits:
WLD
klitse (L300p Beesel)
|
Klis (arctium tomentosum/xantimum atrumarium). De plant is 50 tot 130 cm groot. De bladeren zijn aan de onderkant viltig behaard; de bloemhoofdjes staan in schermvormige trossen, de omwindselblaadjes zijn wit spinnewebachtig behaard, vaak met een rode spi [N 92 (1982)] || klis (plant) [SGV (1914)]
III-4-3
|
20950 |
klokhuis |
kits:
kits (L300p Beesel)
|
Hoe noemt men het binnenstee van een appel? (klokhuis) [DC 31 (1959)]
III-2-3
|
24651 |
klokje (alg.) |
blauw klokje:
WLD
blauwklukske (L300p Beesel)
|
Klokjesbloem (campanula 50 tot 100 cm groot. De plant is ruw behaard. De stengel heeft scherpe kanten; de onderste bladeren zijn hartvormig en langgesteeld, de bovenste zijn smal en kort of niet gesteeld, de bladrand is gezaagd. De bloemen staan in loss [N 92 (1982)]
III-4-3
|
24686 |
klokjesgentiaan |
kievitsbel:
WLD
kievietsbel (L300p Beesel)
|
Klokjesgentiaan (gentiana pneumonanthe 10 tot 60 cm groot. De stengels zijn onvertakt; de bladeren tegenoverstaand, lijn- tot lancetvormig; de bloemen staan afzonderlijk of 2 bij elkaar, ze zijn groot en klok- tot trechtervormig, de kleur is hemelsblauw [N 92 (1982)]
III-4-3
|
18230 |
klomp |
klomp:
klomp (L300p Beesel)
|
schoeisel bestaande uit een uitgehold stuk hout, houten schoen [klomp, kloon, blok, holsblok, klopper, lolleblok, sabot] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
32359 |
klompenmakersgereedschap |
getuig:
gǝtȳx (L300p Beesel)
|
In het algemeen al het gereedschap dat de klompenmaker nodig heeft om klompen te vervaardigen. [N 97, 10; A 29, 2 add.; monogr.]
II-12
|