e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Beesel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
koorkap koormantel: koeermantjel (Beesel) De koorkap [koeërmangtel?]. [N 96B (1989)] III-3-3
koorts koorts: ko:rs (Beesel), koors (Beesel) koorts [RND], [SGV (1914)] III-1-2
koorzanger koorzanger: koeerzenger (Beesel) Een koorzanger, lid van het zangkoor [zenger, koeërzenger?]. [N 96B (1989)] III-3-3
kop op en neer schommelen (baltsverschijnsel) drijven: drīēvə (Beesel), jagen: jāāgə (Beesel) Hoe benoemt men de volgende baltsverschijnselen van duiven: kop op en neer schommelen? [N 93 (1983)] III-3-2
kop, maat van 5 liter kruik: kroeëk (Beesel) de maat die een inhoud aangeeft van 5 lier [kop, kwartier] [N 91 (1982)] III-4-4
kopen kopen: koupe (Beesel, ... ) koopen [SGV (1914)] || kopen (geen context) [DC 37 (1964)] III-3-1
kopje kopje: køͅpkə (Beesel) een kop koffie [SGV (1914)] III-2-1
kopjeduikelen keukelen: kukele (Beesel) tuimelen [SGV (1914)] III-3-2
koppel koppel: ən koppəl (Beesel) Wat is de dialectbenaming voor: een paar? [N 93 (1983)] III-3-2
koppelen koppelen: koppələ (Beesel, ... ) koppelen; twee personen tot een huwelijk met elkaar brengen [lappen, koppelen] [N 87 (1981)] || Wat is de dialectbenaming voor: het bij elkaar zetten van duivers (doffers) en duivinnen? [N 93 (1983)] III-2-2, III-3-2