e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Beesel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rups rups: roeps (Beesel), roĕps (Beesel), rŏĕps (Beesel) rups [SGV (1914)] || rups rups [DC 46 (1971)] III-4-2
rustaltaar heiligenhuisje: heilige huuske (Beesel), rustaltaar: rustaltoar (Beesel) Een met bloemen versierd altaar dat langs de processieroute geplaatst is, rustaltaar [mei-altaar, heiligenhuisken, hilliejehuus-je]. [N 96C (1989)] III-3-3
rusten rusten: röste (Beesel) rusten [SGV (1914)] III-1-2
ruw, hard hel: hellə (Beesel), ruw: roew (Beesel, ... ) ruw [SGV (1914)] || zonder fijn gevoel, hard [rouw, ruw] [N 87 (1981)] III-3-1
ruw, ruig ruw: roew (Beesel, ... ) ruig [SGV (1914)] || ruw [SGV (1914)] III-4-4
sacramentsdag sacramentsdag: sakramentsdaag (Beesel) Donderdag na de eerste zondag na Pinksteren, Sacramentsdag [papkêrremes, Vroonlaichnaam]. [N 96C (1989)] III-3-3
sacramentsprocessie sacramentsprocessie (<lat.): sacramentsprocessie (Beesel) De processie die op Sacramentsdag wordt gehouden: Sacramentsprocessie, grote processie. [N 96C (1989)] III-3-3
salie salie: salie (Beesel) Hoe noemt men bij u de afgebeelde plant? Het is een heesterachtige plant van ca. 60 cm hoog met tamelijk lange, wat kreukelige bladeren met gekartelde randen. Zij staan tegenover elkaar en zijn grijsgroen van kleur. De bloempjes zijn blauw-wit (soms ook r [DC 49 (1974)] III-2-3
salomonszegel jakobsleier: WLD  Jacobsleier (Beesel) Salomonszegel (polygonatum officinalis). Een 20 tot 50 cm grote plant met een dikke, witte wortelstok; de bladeren zijn verspreid, langwerpig ovaal; de bloemen groeien in trosjes van 1 of 2 bij elkaar, zelden meer, gesteeld, smal klokvormig, wit met groen [N 92 (1982)] III-4-3
samenspannen overeenhouden: euverein haje (Beesel) heulen (met iemand) [SGV (1914)] III-3-1