24371 |
rups |
rups:
roeps (L300p Beesel),
roĕps (L300p Beesel),
rŏĕps (L300p Beesel)
|
rups [SGV (1914)] || rups rups [DC 46 (1971)]
III-4-2
|
23860 |
rustaltaar |
heiligenhuisje:
heilige huuske (L300p Beesel),
rustaltaar:
rustaltoar (L300p Beesel)
|
Een met bloemen versierd altaar dat langs de processieroute geplaatst is, rustaltaar [mei-altaar, heiligenhuisken, hilliejehuus-je]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
17832 |
rusten |
rusten:
röste (L300p Beesel)
|
rusten [SGV (1914)]
III-1-2
|
21364 |
ruw, hard |
hel:
hellə (L300p Beesel),
ruw:
roew (L300p Beesel, ...
L300p Beesel)
|
ruw [SGV (1914)] || zonder fijn gevoel, hard [rouw, ruw] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
25042 |
ruw, ruig |
ruw:
roew (L300p Beesel, ...
L300p Beesel)
|
ruig [SGV (1914)] || ruw [SGV (1914)]
III-4-4
|
23812 |
sacramentsdag |
sacramentsdag:
sakramentsdaag (L300p Beesel)
|
Donderdag na de eerste zondag na Pinksteren, Sacramentsdag [papkêrremes, Vroonlaichnaam]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
23288 |
sacramentsprocessie |
sacramentsprocessie (<lat.):
sacramentsprocessie (L300p Beesel)
|
De processie die op Sacramentsdag wordt gehouden: Sacramentsprocessie, grote processie. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
21105 |
salie |
salie:
salie (L300p Beesel)
|
Hoe noemt men bij u de afgebeelde plant? Het is een heesterachtige plant van ca. 60 cm hoog met tamelijk lange, wat kreukelige bladeren met gekartelde randen. Zij staan tegenover elkaar en zijn grijsgroen van kleur. De bloempjes zijn blauw-wit (soms ook r [DC 49 (1974)]
III-2-3
|
24746 |
salomonszegel |
jakobsleier:
WLD
Jacobsleier (L300p Beesel)
|
Salomonszegel (polygonatum officinalis). Een 20 tot 50 cm grote plant met een dikke, witte wortelstok; de bladeren zijn verspreid, langwerpig ovaal; de bloemen groeien in trosjes van 1 of 2 bij elkaar, zelden meer, gesteeld, smal klokvormig, wit met groen [N 92 (1982)]
III-4-3
|
21332 |
samenspannen |
overeenhouden:
euverein haje (L300p Beesel)
|
heulen (met iemand) [SGV (1914)]
III-3-1
|