e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Beesel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
spel (alg.) spel: speel (Beesel) spel [SGV (1914)] III-3-2
speld spang: spaŋ (Beesel) Puntig, van een kop voorzien metalen stiftje om iets in weefsel vast te steken of te bevestigen op of aan iets anders. [N 62, 50a; L 7, 20; L 14, 24; L B1, 73; R 14, 8a; MW; Wi 7; S 34; monogr.] II-7
spelden vaststeken: vasstē̜kǝ (Beesel) Met spelden stukken kleding of panden aan elkaar vastspelden. [N 59, 74; L 7, 20; S 34] II-7
spelen (alg.) spelen: spele (Beesel), spēēle (Beesel) Als je klaar bent mag je gaan spelen. [DC 35 (1963)] || spelen [SGV (1914)] III-3-2
spelen voor een prijs voor prijs spelen: veur prīēs sjpeelə (Beesel) Hoe heten de volgende combinatiemogelijkheden bij het inleggen/inzetten: spelen voor prijs? [N 93 (1983)] III-3-2
spelletje potje: pøͅtjə (Beesel) Het spelen van een spel door twee of meer personen [partijtje, potje, spelletje]. [N 88 (1982)] III-3-2
spenen spenen: speenə (Beesel), spienen (Beesel) Hoe heet verder: het apart zetten, spenen van de jongen? [N 93 (1983)] || spenen; een kind van de speen of de borst afwennen [spenen, spanen] [N 86 (1981)] III-2-2, III-3-2
sperwer sperwer: sperwer (Beesel) sperwer [DC 42b (1967)] III-4-1
sperziebonen prinsessenbonen: WBD / WLD  prinsesseboē-ən (Beesel) De gewone boon met gezwollen zaden, prinsesseboon,sperzieboon, (slaboon, kereboon, herenboon, boterboon, prinses, suikerboon). [N 82 (1981)] I-7
spetteren spetteren: sjpetterə (Beesel) sudderen; Hoe noemt U: Knetteren van de boter in de pan bij verhitting (snerken, sudderen) [N 80 (1980)] III-2-3