e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Beesel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
teleurstellen tegenvallen: téégəvallə (Beesel) niet krijgen of ontvangen wat men had verwacht, in zijn verwachtingen bedrogen worden [teleur vallen] [N 85 (1981)] III-1-4
ten einde brengen afmaken: āāfmāākə (Beesel) een werk ten einde brengen, afmaken [bolwerken, opzeilen] [N 85 (1981)] III-1-4
tepel knop: de knoap (Beesel), mem: mem (Beesel) Welk woord bezigt men voor de tepel van een vrouwenborst? [DC 43 (1968)] III-1-1
ter begrafenis gaan naar de begrafenis gaan: nao de bəgreffənis gaon (Beesel), ter lijk gaan: ter līēk gaon (Beesel) een begrafenis gaan bijwonen [begaan, te lijk gaan, ter bier gaan, gaan kezen, op de korte snee gaan] [N 87 (1981)] III-2-2
tetanus begaving: begaoving (Beesel), nekkramp: nekkramp (Beesel) Als in een wondje straatvuil komt, kan er een infectieziekte ontstaan. De wetenschappelijke naam van die ziekte is Tetanus. Hoe noemt men die ziekte in uw dialect? [DC 60 (1985)] III-1-2
thuis thuis: thoes (Beesel) thuis [SGV (1914)] III-2-1
tiend tiende: tiënd (Beesel) tiend [SGV (1914)] III-3-1
tientje van de rozenkrans tientje: tientje (Beesel) Een tientje van de Rozenkrans [n jezets?]. [N 96B (1989)] III-3-3
tijdelijke aflaat tijdelijke aflaat: tiedeleke aaflaot (Beesel) Een tijdelijke aflaat. [N 96B (1989)] III-3-3
tijdverdrijf tijdverdrijf: tiedverdrief (Beesel) tijdkorting [SGV (1914)] III-3-2