e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
mem alles kwijt: Deze platte uitdrukking wordt veel gebruikt.  mēm zie (Rosmeer), baker: = oude vrouw, vroeger werkzaam  mem (Opglabbeek), oude vrouw, vroeger werkzaam  mem (Opglabbeek), boterham (kinderwoord): verzamelfiche, ook mat. van ZND 3 vraag 9  mem (Hasselt), grootmoeder:   mem (Geleen, ... ), mäm (Diepenbeek), mém (Zonhoven), méém (Riksingen), cf. lemma "moeder  mém (Hasselt), cf. WNT s.v. "mem - ook memme"A) Een woord uit de kindertaal voor moeder  mem (Lanklaar), kindertaal  mèm (Neu-Moresnet), verdwijnt  mem (Martenslinde), vero.  mem (Gronsveld), verouderde aanspreekvorm voor moeder én grootmoeder  mem (Kortessem), min, voedster: cf. WNT s.v. "mem - memme"B) Ook als term voor een min (dim. "memmetje")  mem (Meeuwen), moeder:   mem (Amby, ... ), mèm (Mheer, ... ), mém (Koninksem, ... ), məm (Overrepen), mɛm (Borgharen, ... ), alleen bij arme mensen  mem (Wijlre), ba en mem zijn meer depressiatief; dne ba is ene zaatlap"; mar.: er wordt waarschijnlijk een vorm in de betekenis van "depreciatie"("depreciëren") (cf. VD) bedoeld  mem (Meerssen), benaming gaat achteruit ten gunste van ma en mama  mém (Meeswijk), cf. WNT s.v. "mem - ook memme"A) Een woord uit de kindertaal voor moeder  mem (Amby, ... ), mäm (Rimburg), Evenals ba in de volksklasse in gebruik voor moeder  mɛm (Sint-Pieters-Voeren), gemeenzaam  mem (Heerlen), gewone spreektaal  mɛm (Maastricht), gewone volk  mem (Meerssen), in de lagere bevolkingsklasse; aangesproken door doe(e beschaafd milieu door geer  mɛm (Amstenrade), Indien men er met anderen over spreekt ma de mem; aanspraak ma, mamaa  mem (Margraten), kinderen  mɛm (Stein), mar.: resp. gebruikt spelling uit de (bijgevoegde) brochure: "Phonetische schrijfwijze van het Valkenburgsch plat en gelijkluidende dialecten". Omspelling komt voor mijn rekening benaming werd vroeger bij de boeren gebruikt  mem (Valkenburg), minachtend  mem (Houthem, ... ), ordinair Maastrichts  mɛm (Maastricht), platte volkstaal  mem (Maastricht), verouderd, meestal grootmoeder (aanspreekvorm)  mêm (Tongeren), verouderde aanspreekvorm voor moeder én grootmoeder  mem (Kortessem), volksnaam  mem (Maaseik), vroeger  mem (Berg-en-Terblijt), mɛm (Geulle, ... ), vroeger hoorde men wel eens - helemaal niet deftig - : mem  mɛm (Jabeek), weinig meer gebruikt  mem (Mheer), zien mèm is awt  mèm (Klimmen), ± 50 jaar geleden alleen gebr. door t plebs  mɛm (Maastricht), speen van de koe:   mɛm (Borgloon, ... ), tepel:   mam (Dilsen, ... ), mem (Arcen, ... ), memme (Ulestraten), mĕm (Pey), mém (Helden/Everlo), vroeger, het is ook nog tepel van een zeug  mem (Kessenich), tepel, tet:   męm (Aldeneik, ... ), męŋ (Maasmechelen), mɛm (Achel, ... ), mɛŋ (Maasmechelen, ... ), mɛ̄m (Tegelen), uier:   mɛm (Berverlo, ... ), mɛǝm (Maaseik) I-11, I-12, I-9, III-1-1, III-2-2, III-2-3, III-3-2