e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
moeder ma: ma (Berg-aan-de-Maas, ... ), maa (Amby, ... ), mā (Bingelrade, ... ), (Voort), màà (Lommel), (Maastricht), (Maastricht), betere stand  ma (Vijlen), burgerlijk Maastrichts  mā (Maastricht), cf. VD s.v. "I. ma". Verkorting van mama  ma (Venlo), Indien men er met anderen over spreekt ma de mem; aanspraak ma, mamaa  ma (Margraten, ... ), kinderen  mā (Stein), met accent á op a  mā (Maastricht), moeder: heel zelden  ma (Eijsden), vroeger ± 50 jaar geleden bij deftige mensen, nu wordt mema veel gebr. evenals ma  mā (Maastricht), zie bij pa  ma (Venlo), zn ma is aaijt  ma (Maastricht), zn ma is aajd  ma (Maastricht), ma mre: mameer (Maastricht), ma mre-tje: mameerke (Maastricht), cf. WNT s.v. "mameer  mameerke (Maastricht), maatje: maake (Sint-Truiden), maakə (Amby, ... ), maatje (Heerlen), make (As, ... ), makə (Maastricht), mākə (Schinveld), cf. VD s.v. "III. maatje"(liefk.) mama  maatje (Venlo), mader: maoder (Linne), mar.: cf. "madre"of "mater  maader (Valkenburg), mam: ma:m (Roermond, ... ), maam (Heers), mam (Aalst-bij-St.-Truiden, ... ), màm (Bommershoven, ... ), aan de Duitse grens  mam (Siebengewald, ... ), cf. VD s.v. "mam"1.  mam (Venlo), cf. WNT s.v. "mam"(in ouder vorm "mamme")  mam (Velden), Dat hing in mijn jeugd vooral af van de de klasse van mensen. De gewone boeren mensen zeggen mooder, de betere mamma. De Duits georienteerde: mam  mam (Oirsbeek), door leerlingen v.e. lagere school ingevuld (9 - 10 jaar)  maem (Geulle), mam (Geulle), gewone volk  mam (Vijlen), het meest gebr.: moder  mam (Doenrade), in mijnwerkersgezinnen  mam (Pey), kinderen  mam (Stein), mar.: resp. gebruikt spelling uit de (bijgevoegde) brochure: "Phonetische schrijfwijze van het Valkenburgsch plat en gelijkluidende dialecten". Omspelling komt voor mijn rekening  mam (Valkenburg), meestal in mijnwerkersgezinnen  mam (Echt/Gebroek, ... ), soms  mam (Meerssen), tegenwoordig  mam (Geulle), tegenwoordig altijd -  mam (Ubachsberg), verouderd, meestal grootmoeder (aanspreekvorm)  mam (Tongeren), verouderde vorm voor moeder  mam (Kortessem), ze mam is oud  mam (Noorbeek), zen mam is òd  mam (Mechelen), zie bij pap  mam (Venlo), zien mam is awt  mam (Puth), zieng mam is aud  mam (Gulpen), zieng mam is aöd  mam (Waubach), zieng mam is oot  mam (Nieuwenhagen), zieng mam is oud  mam (Eys), zieng mamis oat  mam (Waubach), mama: mama (Beek, ... ), mamaa (Heers, ... ), mamā (Borgharen, ... ), mamma (Beegden, ... ), mammaa (Amby, ... ), memaa (Heers), mummaa (Sint-Truiden), màma (Meeswijk), məma (Niel-bij-St.-Truiden, ... ), məmaa (Sint-Truiden, ... ), mɛmā (Munstergeleen), cf. VD s.v. "I mamma  mamma (Guttecoven, ... ), cf. VD s.v. "I mamma  mamma (America), cf. VD s.v. "I. mamma  mamma (Meerssen), cf. VD s.v. "mama  mama (Meerssen), Dat hing in mijn jeugd vooral af van de de klasse van mensen. De gewone boeren mensen zeggen mooder, de betere mamma. De Duits georienteerde: mam  mama (Oirsbeek), deftig Maastrichts  mamā (Maastricht), door leerlingen v.e. lagere school ingevuld (9 - 10 jaar)  mamma (Geulle), Indien men er met anderen over spreekt ma de mem; aanspraak ma, mamaa  mamaa (Margraten), kinderen  mama (Stein), kleine kinderen  mamma (Blerick), vooral aanspreekvorm, licht geaffecteerd  mëmàa (Tongeren), vroeger ± 50 jaar geleden bij deftige mensen, nu wordt mema veel gebr. evenals ma  məmā (Maastricht), zien mama is oot  mama (Voerendaal), znmamma is aaid  mamma (Maastricht), mamaatje: mamake (Maastricht), mamākə (Schinveld), mamməkə (Aalst-bij-St.-Truiden, ... ), maməkə (Schinveld), mammie: mami (Maastricht, ... ), mamī (Schinveld), mams: mams (Maastricht), cf. VD s.v. "mams  mams (Venlo), mee: meej (Aalst-bij-St.-Truiden), cf. Schuermans s.v. "mee"(meken, meetje)  (Wellen), mem: mem (Amby, ... ), mèm (Mheer, ... ), mém (Koninksem, ... ), məm (Overrepen), mɛm (Borgharen, ... ), alleen bij arme mensen  mem (Wijlre), ba en mem zijn meer depressiatief; dne ba is ene zaatlap"; mar.: er wordt waarschijnlijk een vorm in de betekenis van "depreciatie"("depreciëren") (cf. VD) bedoeld  mem (Meerssen), benaming gaat achteruit ten gunste van ma en mama  mém (Meeswijk), cf. WNT s.v. "mem - ook memme"A) Een woord uit de kindertaal voor moeder  mem (Amby, ... ), mäm (Rimburg), Evenals ba in de volksklasse in gebruik voor moeder  mɛm (Sint-Pieters-Voeren), gemeenzaam  mem (Heerlen), gewone spreektaal  mɛm (Maastricht), gewone volk  mem (Meerssen), in de lagere bevolkingsklasse; aangesproken door doe(e beschaafd milieu door geer  mɛm (Amstenrade), Indien men er met anderen over spreekt ma de mem; aanspraak ma, mamaa  mem (Margraten), kinderen  mɛm (Stein), mar.: resp. gebruikt spelling uit de (bijgevoegde) brochure: "Phonetische schrijfwijze van het Valkenburgsch plat en gelijkluidende dialecten". Omspelling komt voor mijn rekening benaming werd vroeger bij de boeren gebruikt  mem (Valkenburg), minachtend  mem (Houthem, ... ), ordinair Maastrichts  mɛm (Maastricht), platte volkstaal  mem (Maastricht), verouderd, meestal grootmoeder (aanspreekvorm)  mêm (Tongeren), verouderde aanspreekvorm voor moeder én grootmoeder  mem (Kortessem), volksnaam  mem (Maaseik), vroeger  mem (Berg-en-Terblijt), mɛm (Geulle, ... ), vroeger hoorde men wel eens - helemaal niet deftig - : mem  mɛm (Jabeek), weinig meer gebruikt  mem (Mheer), zien mèm is awt  mèm (Klimmen), ± 50 jaar geleden alleen gebr. door t plebs  mɛm (Maastricht), memmetje: mémkə (Maastricht), mɛmkə (Schinveld), moe: moe (Beverlo, ... ), mou (Linkhout), mōē (Loksbergen), mŏĕ (Lommel, ... ), móó (Maaseik, ... ), mùw (Beverlo), ook 008b?  moe (Venray), verkorting van moder, of iets platter van mojer  mo (As, ... ), moeder: meujjer (Rosmeer), mo-dər (Stramproy), mo:dər (Tegelen), moader (Brunssum), moadər (Brunssum, ... ), modder (Bocholtz, ... ), moddər (Heerlen, ... ), moder (Baarlo, ... ), modĕr (Meerssen), modr (Eupen), modər (Broekhuizen, ... ), moe-der (Blitterswijck), moe.der (Gennep, ... ), moedder (Sint-Pieters-Voeren), moeder (Afferden, ... ), moedër (Lanklaar), moedər (Eupen, ... ), moei-jer (Kanne), moeier (Genk), moeijer (Eckelrade), moeiër (Velm), moejer (Eupen, ... ), moer (Diepenbeek), moeëdĕr (Oirsbeek), moeədər (Alken), moēder (Castenray, ... ), moēr (Castenray, ... ), moider (Klimmen), moiər (Riksingen), mojer (Amby, ... ), mojjer (Castenray, ... ), mojér (Koninksem), mojər (Buvingen, ... ), moodder (Montzen, ... ), mooder (Amby, ... ), moodēr (Herten (bij Roermond)), moodər (Amby, ... ), mooier (Heusden, ... ), mooiër (Wellen), moojer (Amby, ... ), moojər (Amby, ... ), mouder (Hasselt, ... ), moujer (Lanaken), moujər (Mielen-boven-Aalst), mouë.der (Hasselt), mou̯ər (Schinveld), mowder (Hasselt), mowdər (Hasselt, ... ), moêder (Gennep, ... ), moëder (Panningen), moôder (Altweert, ... ), mō.i̯ər (Maastricht), mōader (Schinveld), mōder (Buggenum, ... ), mōdēr (Tegelen), mōdər (Beek, ... ), mōē.jer (Zonhoven), mōē.ëder (Zonhoven), mōēder (Afferden, ... ), mōēdr (Oirlo, ... ), mōēdər (Bilzen, ... ), mōējər (Genk), mōēwdər (Hasselt, ... ), mōi̯ər (Borgharen, ... ), mōjjer (Meerlo), mōō.der (America), mōōder (Amby, ... ), mōōdər (Berg-en-Terblijt), mōr (Maastricht), mōədər (Merkelbeek, ... ), mŏdər (Kerkrade), mŏĕ(w)dər (Lommel), mŏĕddər (Beringen, ... ), mŏĕjjər (Loksbergen), mŏĕjər (Bilzen), mŏŏjer (Venray), moͅdər (Eupen), moͅtər (Munstergeleen), mo’ér (Koninksem), mudər (Wanssum, ... ), mueder (Rosmeer), mūdər (Sint-Geertruid), mūədər (Koningsbosch), mòdder (Heerlen, ... ), mòjər (Aalst-bij-St.-Truiden, ... ), móddër (Vijlen, ... ), módər (Neeroeteren, ... ), móiër (Tongeren), mójer (Sint-Truiden, ... ), mótter (Sittard), móóder (Amby), móódər (Amby, ... ), móójer (Neeroeteren), móójər (Beek (bij Bree), ... ), móór (Amby, ... ), móówədər (Hasselt), môdder (Mechelen), môdər (Reuver), môedər (Hasselt, ... ), môjer (Gronsveld), môodder (Mheer, ... ), môê-der (Afferden), môêder (Venray, ... ), môêdər (Oostrum, ... ), môêr (Sint-Lambrechts-Herk), môôder (Grathem, ... ), môôdər (Hasselt), mödder (Gulpen, ... ), möér (Vlijtingen), møͅoder (Brunssum), (De oe v. boer).  moeder (Brunssum), als een ander van de moeder spreekt in de lagere volksklasse  mōr (Amstenrade), bij de boeren zegt men: -  mōder (Blerick), cf. VD s.v. "IV. moer"gemeenz. moeder  mōēr (Montzen), cf. VD s.v. "IV. moer"gemeenz. moeder; cf. WNT s.v. "moeder"; daarnaast in de volkstaal moeier, moer, in de kindertaal ook moe en moes  moer (Sint-Pieters-Voeren), mōēr (Hamont), cf. WNT s.v. "moeder"- "daarnaast in volkstaal moeier (thans in onbruik) en moer  moojer (Amby), mōējər (Meeuwen), cf. WNT s.v. "moeder"; daarnaast in de volkstaal moeier, moer, in de kindertaal ook moe en moes  moeier (Heusden, ... ), moojer (Gronsveld), moojər (Amby), môjer (Well), cf. WNT s.v. "moei - daarnaast meui"; cf. WNT s.v. "meui"zie moei  məjər (Tessenderlo), cf. WNT s.v. "moer (I)"- uit moeder  móór (Bocholt), Dat hing in mijn jeugd vooral af van de de klasse van mensen. De gewone boeren mensen zeggen mooder, de betere mamma. De Duits georienteerde: mam  mōdər (Oirsbeek), door oudere personen  modder (Schaesberg), geringe klasse  mojjer (Merselo), geringe volksloop  mojjer (Merselo), grote kinderen  moder (Blerick), hogere standen  mooder (Meerssen), lang  moeder (Oirlo), mar.: resp. gebruikt spelling uit de (bijgevoegde) brochure: "Phonetische schrijfwijze van het Valkenburgsch plat en gelijkluidende dialecten". Omspelling komt voor mijn rekening  moodər (Valkenburg), met accent ó op de o  mōdər (Heel, ... ), mōədər (Merkelbeek), met accent óó op de oo  mōōdər (Schinveld), mo en volkser mojer  moder (As, ... ), moer = ook moerkonijn  mouer (Sittard), oe is laank  moeder (Afferden, ... ), oe lang  moeder (Wellerlooi), oneerbiedig  mōər (Brunssum), ook 008b?  moeder (Venray), ook door kinderen gez.  mōdər (Stein), oud woord  mojer (Blitterswijck), oud woord is majer  mo-jer (Blitterswijck), plat  moor (Echt/Gebroek), verouderd  moor (Maastricht), vroeger  modder (Gulpen), ze modder is aod  modder (Mheer), ze moder ajt  moder (Amby), ze moder ès oad  moder (Laar), ze mojjer ès aad  mojjer (Gronsveld), ze mooder is aawt  mooder (Meerssen), ze mooder is ouwt  mooder (Noorbeek), zen mooder is out  mooder (Berg-en-Terblijt), zen mooderis aalt  mooder (Melderslo), zi moderis àad, eventueel àld  moder (Tegelen), zi mooder is ald  mooder (Velden), zi mooderis auwt  mooder (Meijel), zie modder is oad  modder (Vijlen), zie modder is ooët  modder (Vaals), zie moder is aod  moder (Heel), zie moder is aot  moder (Maasbracht), zie moder is aud  moder (Sevenum), zie moder is awt  moder (Geleen, ... ), zie moder is oìt  moder (Thorn), zie moderis aut  moder (Limbricht), zie moeder is oud  moeder (Panningen), zie mooder is awt  mooder (Sevenum), zie mooder es oad  mooder (Linne), zie mooder es out  mooder (Ospel), zie mooder is aad  mooder (Swalmen), zie mooder is aot  mooder (Neeritter, ... ), zie mooder is aut  mooder (Echt/Gebroek, ... ), zie mooder is oat  mooder (Ell), mōōder (Maasbracht), zie mooder izzoat  mooder (Baexem), zie mooder ès aod  mooder (Helden/Everlo), zien moder is awt  moder (Schinnen), zien moderis oud  moder (Koningsbosch), zien moeder is aalt  moeder (Gennep), mōēder (Heijen), zien moeëder is awt  moeëder (Klimmen), zien moodder is alt  moodder (Broekhuizen), zien mooder is aad  mooder (Tegelen), zien moodeR is aalt  moodeR (Meterik), zien mooder is aat  mōōder (Beesel), zien mooder is ald  mooder (Blerick), zien mooder is alt  mooder (Arcen, ... ), zien moodeR is alt  moodeR (Venlo), zien mooder is alt  mooder (Venlo), zien mooder is aod  mooder (Beringe), zien mooder is auwd  mooder (Nuth/Aalbeek), zien mooder is auwt  mooder (Beek), zien mooder is oat  mooder (Baarlo), zien moodeR iz alt  moodeR (Horst), zien mooderis aad  mooder (Roermond), zien mooderis òòd  mooder (Haelen, ... ), ziene mooder is oud  mooder (Schinveld), zn moder is awt  moder (Ulestraten), zn moeder is aaid  moeder (Maastricht), zn moeder is aalt  mōēder (Bergen), zn mooder is aod  mooder (Tungelroy), zn mooder is aot  mooder (Beringe), zn mooder is aud  mooder (Margraten), zn mooder is awd  mooder (Schimmert), zn mooder ès aod  mooder (Hushoven, ... ), zn mooderis awt  mooder (Valkenburg), ± 20 jaar geleden, bijna algemeen aangesproken met moder; jongere generatie bijna algemeen: mam  mōdər (Urmond), ± 50 jaar geleden bij gewone mensen  mudər (Maastricht), ± 70 jaar geleden bij heel arme mensen  mōi̯ər (Maastricht), moedertje: meuderke (Venlo), meûderke (Tungelroy), meûjerke (Tungelroy), moederke (As), mŏĕdəkə (Riksingen), hae haet e bejaord meuderke  meuderke (Ulestraten), moeke: moeke (Castenray, ... ), mokkə (Loksbergen), móókə (Maaseik, ... ), cf. VD s.v. "moeke  moeke (Dieteren), cf. VD s.v. "moeke"(kindert.) vleinaam voor moeder  moeke (Heusden), cf. VD s.v. "moeke"1. (kindert.)  moeke (Grubbenvorst), cf. VD s.v. "moeke"1. (kindert.) vleinaam voor moeder  moek (America), moeke (Venlo), koosnaam  moekke (Kortessem), moene: moen (Wijchmaal), mōēn (Peer), mŏĕn (Peer), món (Lommel), cf. VD s.v. "mam  mòn (Hechtel), cf. WNT s.v. "moene", zie moei; cf. WNT s.v. "moei - daarnaast meui"...."een ander dergelijk woord uit de kindertaal, dat reeds in het oudgerm. voorkomt, .... is bewaard in moene  moen (Eksel), cf. WNT s.v. "moene"; zie "moei  moen (Eksel), cf. WNT s.v. "moene"zie moei  moeən (Beringen), mŭŭn (Meeuwen), moes: mùws (Beverlo), moet: moet (Castenray, ... ), moĕt (Venray, ... ), mot (Reijmerstok), mōēd (Heijen), mŏet (Oirlo), cf. WNT s.v. "moet (I)". Zie "moei  moet (Middelaar, ... ), cf. WNT s.v. "moet (I)". Zie moei  moed (America), moet (Middelaar), moĕt (Tienray, ... ), moot (Roosteren), cf. WNT s.v. "moet (I)"zie moei  hij hèt gèn mōēt mèr (Gennep), dit zeggen kinderen  moed (Afferden), oe kort  moet (Wellerlooi), ook 008b?  moet (Venray), plat  moet (Venray), moetje: cf. WNT s.v. "moet (I)". Zie moei  mootje (Ospel), mre (fr.): meer (Koninksem, ... ), mēr (Maastricht, ... ), mèr (Martenslinde), méér (Maastricht), cf. VD F-N s.v. "mère  méér (Tongeren), gewone spreektaal  mēr (Maastricht), met accent é op de e  mēr (Maastricht), mère  meer (Kortessem), ordinair Maastrichts  mēr (Maastricht), Schuermans s.v. "meer"zie mameer  meer (Maastricht), vooral aanspreekvorm  méer (Tongeren), vroeger en nu bij arme mensen  mēr (Maastricht), zn meer is aaid  meer (Maastricht), mre-tje: meerkə (Maastricht, ... ) (moeder;) Hoe wordt de moeder door de kinderen aangesproken? [DC 05 (1937)], [DC 05 (1937)] || (vader;) Hoe wordt de vader door de kinderen aangesproken? [DC 05 (1937)], [DC 05 (1937)] || ma || mam || mama || moe, moeder || moed || moeder [DC 03 (1934)], [SGV (1914)], [SGV (1914)], [ZND 01 (1922)], [ZND 04 (1924)], [ZND m] || moeder (platte uitdr.) || moeder (vroegere benaming om moeder aan te geven) || moeder van mens || moeder, grootmoeder || moeder, mama || moeder, moedertje || moeder: zn moeder is oud [DC 35 (1963)] || moeder; (Hoe wordt de moeder door de kinderen aangesproken?) [DC 05 (1937)] || moeder; dat is zijn moeder [ZND 08 (1925)] || moeder; hoe lang blijft ge nu bij me, Moeder [ZND 09 (1925)] || moeder; ik ga met mijn moeder naar de markt; volw. [DC 12a (1943)] || moeder; ik ga met moeder naar de markt; < 6 jaar [DC 12a (1943)] || moeder; ik ga met moeder naar de markt; ± 10 jaar [DC 12a (1943)] || moeder; koosnaam || moeder; oude benaming || moeder; welke woorden hoort men uit de kindermond voor moeder [ZND 11 (1925)] || moeder; zeer oude benaming || moer; moeder || vader; ik ga met vader naar het land; < 6 jaar [DC 12a (1943)] III-2-2