e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Beesel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verwantschap familie vaneen zijn: cf. VD s.v. "vaneen"= van elkaar (in België)  famielie van ein zin (Beesel) het verwant-zijn, de familiebetrekkingen, de verwantschap [parentatie] [N 87 (1981)] III-2-2
verwarmen, stoken stoken: sjtaoke (Beesel) stoken [DC 35 (1963)] III-2-1
verwelken verslakkeren: WBD / WLD  vəersjlakkərə (Beesel) Slap worden en geur en kleur verliezen, gezegd van bloemen (Slekkeren, verwelken, verflensen). [N 82 (1981)] III-4-3
verwelkt verslakkerd: WBD / WLD  vəersjlakkərt (Beesel) Verwelkt, gezegd van bloemen (pens). [N 82 (1981)] III-4-3
verwend kindje poet: pōēt (Beesel) een bedorven, door en door verwend kind [babaard, babbe, kinnebaba] [N 87 (1981)] III-2-2
verwensen verwensen: vərwinsə (Beesel) iemand kwaad toewensen [wensen, verdijen, verwensen] [N 85 (1981)] III-3-1
verzoek verzoek: vərzeuk (Beesel) het vragen iets te willen doen, verzoek [bede] [N 85 (1981)] III-3-1
verzuimen nalaten: naolaotən (Beesel), niet doen: neet doon (Beesel), verzuimen: vər zuimə (Beesel) nalaten te doen wat men opgedragen gekregen heeft of wat men beloofd heeft [verzuimen, schrikken, fouten] [N 85 (1981)] III-1-4
vespers vesper (lat.): də vespər (Beesel), vespers (<lat.): vespers (Beesel) De op grote feesten gehouden namiddagdienst waarin door het koor psalmen worden gezongen: de vespers, de vesper. [N 96B (1989)] || de vespers [RND] III-3-3
vest wambuisje: wêmeske (Beesel) vest (kleedingstuk) [SGV (1914)] III-1-3