e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Beesel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vreemde duif die op het hok komt vreemde, een ~: vraemdə (Beesel) een vreemde duif die op het hok komt? [N 93 (1983)] III-3-2
vreugde plezier: plezeer (Beesel) vreugde [SGV (1914)] III-1-4
vriend vriend: vrindj (Beesel), vrint (Beesel) vriend [RND], [SGV (1914)] III-3-1
vriezenx vriezen: vrēēze (Beesel) vriezen [SGV (1914)] III-4-4
vrijdagavond vrijdagavond: vriedichaovend (Beesel) De vrijdagavond. [N 96C (1989)] III-3-3
vrijgezel vrijgezel: vriegəzel (Beesel), (met -le: vrouwelijk).  vrie gezel(le) (Beesel) vrijgezel; ongehuwde man [patriara, wicht, vrijgezel] [N 86 (1981)] III-2-2
vroegmis vroegmis: də vrø.mös (Beesel), vreugmes (Beesel) De vroegmis [vreugmès, vreumes, vroemes?]. [N 96B (1989)] || vroegmis [RND] III-3-3
vrouw vrouw: vro.uw (Beesel, ... ), wijf: ps. invuller heeft de zin niet beantwoord.  (Beesel) vrouw [RND], [RND] || wie [weet je, ~ die vrouw was?] [SGV (1914)] III-3-1
vrouw in het kaartspel dame: dam (Beesel), vrouw: vrouw (Beesel) En hoe [noemt u van het kaarspel] de [verschillende] plaatjes? - III. Vrouw. [DC 52 (1977)] III-3-2
vrouwelijk geslachtsdeel kut: Schertsend; Gemeen.  kut (Beesel), regels: reegels (Beesel), schee: Gewoon.  sjeij (Beesel) [N 10c (1995)] III-1-1