e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Beesel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wedstrijdduif reisduif: reisdōēf (Beesel) Hoe heet de duif of duivesoort die voor het spel gebruikt wordt? [N 93 (1983)] III-3-2
weduwe widvrouw: witvrouw (Beesel) weduwe [SGV (1914)] III-2-2
weduwnaar widman: witman (Beesel) weduwnaar [SGV (1914)] III-2-2
weduwschapsspel weduwschap: weduwsjap sjpeelə (Beesel) Bij gepaarde duiven, even voor het inkorven, wordt aan de in te korven duif de partner getoond (weduwschapspel)? [N 93 (1983)] III-3-2
weduwschapsspel met doffer op wedeman spelen: witman sjpeelə (Beesel) Hoe heet dit spel als de duivin thuis blijft? [N 93 (1983)] III-3-2
weduwschapsspel met duivin wedezij: witzīēj sjpeelə (Beesel) Hoe heet dit spel als de doffer thuis blijft? [N 93 (1983)] III-3-2
weefsel, stof stof: stof (Beesel) stof (étoffe) [SGV (1914)] III-1-3
weelde weeld: wêltj (Beesel) weelde [SGV (1914)] III-3-1
weerlichten weerlichten: waerleechtə (Beesel), wèrleegten (Beesel) bliksemen aan de horizon zodat alleen de weerschijn zichtbaar is zonder dat de donder gehoord wordt [weerlichten, heilichten] [N 81 (1980)] III-4-4
weerlichtx weerlicht: waerleech (Beesel) bliksem, elektrische vonk die bij onweer van de ene wolk naar de andere of naar de aarde overspringt [bledderum, vuurlicht, weerlicht] [N 81 (1980)] III-4-4