| 24783 |
brunel |
brunel:
WLD
brunel (L300p Beesel)
|
Brunel (brunella vulgaris 5 tot 40 cm groot. De stengels zijn meestal zwak behaard; de bladeren zijn eivormig en gesteeld, de bladrand is gaafrandig of iets gekarteld; de bloemen staan in dichte, korte trossen aan de toppen van de stengels, de kleur is [N 92 (1982)]
III-4-3
|
| 21573 |
brutaal |
frech (du.):
vreeh zin (L300p Beesel)
|
geen schaamte hebbend [(zeer) brutaal, astrant, frech, vrank, frank] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
| 25116 |
bui, regenbui |
bijs:
bies (L300p Beesel, ...
L300p Beesel),
bieës (L300p Beesel),
schuil:
sjōēl (L300p Beesel),
schuil regen:
sjoel règen (L300p Beesel)
|
bui [SGV (1914)] || regenbui [SGV (1914)] || regenbui, korte periode van regen [frontbui, gurze, schoer] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
| 18095 |
buikpijn |
buikpijn:
bōēkpien (L300p Beesel),
pijn in het lijf:
Recenter.
pien in t līēf (L300p Beesel)
|
buikpijn [DC 27 (1955)]
III-1-2
|
| 20455 |
buitenechtelijk kind |
voorkind:
veurkindj (L300p Beesel)
|
een niet uit een wettelijk huwelijk geboren kind, buitenechtelijk kind [bastaard, speelkind, voorloper, voorkind] [N 86 (1981)]
III-2-2
|
| 22875 |
buitenspel |
buitenspel:
boetesjpel (L300p Beesel)
|
Buitenspel. [DC 49 (1974)]
III-3-2
|
| 22878 |
buitenspeler |
links-/rechtsbuiten:
linksbōēte (L300p Beesel),
rechsbōēte (L300p Beesel)
|
Links- rechtsvoor. [DC 49 (1974)]
III-3-2
|
| 25220 |
bulderen van de storm |
bulderen:
bulderen (L300p Beesel),
buldərə (L300p Beesel)
|
een sterk rommelend of dreunend geluid geven, gezegd van bijv. een storm of een kanon [rullen, bulderen, burrelen] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
| 21118 |
bundel groenten |
bussel:
WBD / WLD
bəssəl (L300p Beesel)
|
Een bundel samengebonden groenten zoals asperges, prei, etc. (bussel, bos). [N 82 (1981)]
III-2-3
|
| 25058 |
bundel, bussel |
bussel:
bössel (L300p Beesel)
|
bundel [SGV (1914)]
III-4-4
|