e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Beesel

Overzicht

Gevonden: 3426
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
enig kind einziges kind: insichts kinjt (Beesel) een enig kind; een kind dat geen broers of zusters heeft [koekoek, koekoeksjong] [N 87 (1981)] III-2-2
enkel enkel: inkel (Beesel) enkel [SGV (1914)] III-1-1
enten enten: entə (Beesel), inte (Beesel) [RND 08] [SGV (1914)] I-7
epistel epistel (<lat.): epistel (Beesel) De eerste lezing, het epistel [t/dn epistel, epiestel?]. [N 96B (1989)] III-3-3
er heet aan toegaan er duchtig op los gaan: ⁄t ging dər duchtich op los (Beesel) er heet aan toegaan, er heftig aan toegaan [spannen] [N 85 (1981)] III-1-4
ereboog ark: aark (Beesel), boog: baog (Beesel), ereboog: iereboag (Beesel) Een boog opgericht over iemands weg als eerbewijs, bijv. bij een feest [boog, triumf, toog]. [N 88 (1982)] || Een triumfboog of ereboog ter versiering van de straten [triejoemfboaëg]. [N 96C (1989)] III-3-2
ereprijs wilde thee: WLD  wille tieë (Beesel) Ereprijs (veronica officinalis). De stengel is geheel onbehaard. De bladeren zijn bij hun top of in ¯t midden het breedst en getand. De bloemen zijn bleekblauw, zelden vleeskleurig, op zeer korte steeltjes gezeten (wilde thee, engel oogje, henneske). [N 92 (1982)] III-4-3
erf mestplaats: NB. van een gesloten hoeve  meͅstplāts (Beesel) I-7
erfenis erfenis: erfənis (Beesel) het geheel van wat iemand van een overledene krijgt [erfenis, erf] [N 89 (1982)] III-3-1
erfgenaam erfgenaam: erfgənaam (Beesel) degene die een erfenis of een gedeelte daarvan krijgt [erfgenaam, erf] [N 89 (1982)] III-3-1