e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Beesel

Overzicht

Gevonden: 3426
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gemakkelijk gemakkelijk: gemekkelik (Beesel), gəmekkəlik (Beesel), gəmèkkəlik (Beesel), goed: goot (Beesel), handig: henjich (Beesel), op zijn gemak: op zĭĕ gəmáák (Beesel), spelend: sjpeelent (Beesel) geen moeite of inspanning vereisend, niet moeilijk [licht, handig, gemakkelijk, zacht, lichtelijk, goed, makkelijk, gemak, spelegaans] [N 85 (1981)] || gemakkelijk [DC 02 (1932)], [SGV (1914)] || op zijn gemak [DC 02 (1932)] III-1-4
gemalen schors looi: WBD / WLD  lōē-əj (Beesel) Gemalen schors (looi). [N 82 (1981)] III-4-3
gemaskerd persoon vastelavondsgek: fastelaovesgek (Beesel) Een persoon met een masker voor [maskeraad, mom, vastenavondsgek]. [N 88 (1982)] III-3-2
gemeen gemeen: gemein (Beesel) gemeen [SGV (1914)] III-1-4
gemeente gemeente: gemeinte (Beesel) gemeente [SGV (1914)] III-3-1
gemene vrouw feeks: feeks (Beesel) een vrouw met een slecht en gemeen karakter [venijn] [N 85 (1981)] III-1-4
gemok gegrijs: ps. omgespeld volgens Frings.  gegraas (Beesel) gemok [SGV (1914)] III-1-4
gepachte hoeve, pachtgoed hof: [hof] (Beesel) Het bedrijf dat een boer niet in eigen bezit heeft maar pacht (huurt) van de eigenaar aan wie hij in enige vorm betaalt voor het gebruik. Bij winning in L 352 wordt aangetekend: "vroeger heeft de naam denkelijk bestaan, want er is nog een boerderij die de naam De Winning draagt". Bij enkele opgaven in Nederlands Zuid-Limburg wordt opgemerkt dat enige pachthoeven nog in "halfsheid liggen"; de eigenaar ontvangt de helft van het koren, terwijl de pachter ("halfer") het overblijvende koren krijgt met het stro. Algemene en specifieke termen zijn in dit lemma uit elkaar gehouden. Voor de fonetische documentatie van de opgaven die gelijk zijn aan die voor boerderij in het algemeen, zie het lemma "boerderij, algemeen" (1.1.1). [A 10, 2bI; L 38, 21a; L 48, 22; Lu 2, 22; S 27; Wi 18; monogr.; add. uit L 38, 22 en ander materiaal van lemma 1.1.1] I-6
geraamte geraams: gerêms (Beesel) geraamte, skelet [SGV (1914)] III-1-1
gereed klaar: klaor (Beesel), kloar (Beesel) klaar [SGV (1914)] || klaar: Als je - bent mag je gaan spelen [DC 35 (1963)] III-1-4