24331 |
meikever |
meikegel:
meikägel (L297p Belfeld)
|
meikever [SGV (1914)]
III-4-2
|
20309 |
meisje |
meidje:
mēͅdje (L297p Belfeld)
|
meisje [SGV (1914)]
III-2-2
|
34237 |
melk |
melk:
melk (L297p Belfeld),
męlǝk (L297p Belfeld)
|
De hoofdzakelijk uit water, eiwit, vet en melksuiker bestaande witte vloeistof die door het vrouwelijk rund wordt afgescheiden. Op de kaart is het woordtype melk niet opgenomen. [A3, 3; A 11, 1c; A 17, 17; A 7, 14; RND 40; RND 127; S 23; JG 1a, 1b, 2c; L 1a-m; L 4, 3; L 29, 5; NE 3, V 6n; Vld.; Gwn 10, 1; monogr.]
I-11
|
34241 |
melk zeven |
zijen:
zęi̯ǝ (L297p Belfeld)
|
De melk door een doek, zeef of filter laten vloeien om de melk te zuiveren van onbruikbare of verontreinigende stoffen of bestanddelen. [S 46; Wi 30; monogr.; add. uit N 12, L 324]
I-11
|
21288 |
melkboer |
melkboer:
mɛləgbu:r (L297p Belfeld)
|
melkboer [RND]
III-3-1
|
17624 |
melktanden |
melktanden:
melkteng (L297p Belfeld)
|
melktanden [zuiktande, zeuktaant, mammetandjes] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
20470 |
menstruatie |
regels:
reegels (L297p Belfeld)
|
menstruatie [verandering, reegels] [N 10C (zj)]
III-2-2
|
20471 |
menstrueren |
de week hebben:
zeej haet de waek (L297p Belfeld)
|
menstruatie [verandering, reegels] [N 10C (zj)]
III-2-2
|
24212 |
merel |
melder:
mèlder (L297p Belfeld)
|
merel [SGV (1914)]
III-4-1
|
17563 |
merg |
merg:
merg (L297p Belfeld, ...
L297p Belfeld)
|
[N 10a (1961)]merg [SGV (1914)]
III-1-1
|