e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L297p plaats=Belfeld

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
op de schouder zitten op de pokkel zitten: (beej vader op de poekel zitten) (Belfeld), op de rug zitten: beej vader op de ruk zitten (Belfeld) rug: bovendeel van de rug [mars, hot] [N 10 (1961)] III-1-2
op de tenen lopen op de tenen lopen: op de tiene laupe (Belfeld) lopen: op zijn tenen lopen [op zn vurvoete] [N 10 (1961)] III-1-2
op een sukkeldrafje lopen op een drafje lopen: op n drafje (Belfeld) lopen: op een sukkeldrafje lopen [schokke, op n schökske loope] [N 10 (1961)] III-1-2
op stelten lopen op stelten lopen: op schtelte loupe (Belfeld) stelten [op ~ loopen] [SGV (1914)] III-3-2
ophouden met het werk ophouden: ophaaie (Belfeld) ophouden (m.h. werk) [SGV (1914)] III-1-4
opmaken opmaken: gaelt opma.kə (Belfeld) geld opdoen (opmaken) [RND] III-3-1
opperhuid vel: vel (Belfeld) opperhuid [N 10 (1961)] III-1-1
oprispen boeren: boere (Belfeld), opkomen: t zoer kump miek op (Belfeld), oprupsen: oprupse (Belfeld) oprispen [SGV (1914)] || oprispen, een boertje laten [beuke, bulke, opgeure, opbotte] [N 10a (1961)] || oprisping hebben gepaard gaande met een zure smaak in de mond [opzuure] [N 10 (1961)] III-1-2
optillen heffen: huffe (Belfeld), opheffen: òphøfə (Belfeld) heffen, tillen [SGV (1914)] || optillen [RND] III-1-2
opzettelijk expres: expres (Belfeld) expres [SGV (1914)] III-1-4