19640 |
de was blauwen |
(de) was blauwen:
de was blouwe (L297p Belfeld)
|
blauwen [de wasch ~ ] [SGV (1914)]
III-2-1
|
19785 |
de was invochten |
insprinkelen:
insjprinkele (L297p Belfeld),
invochten:
invogte (L297p Belfeld),
sprinkelen:
sjprinkele (L297p Belfeld)
|
het vochtig maken van strijkgoed [DC 28 (1956)]
III-2-1
|
19437 |
de was spoelen |
spoelen:
schpĕŭle (L297p Belfeld)
|
spoelen [SGV (1914)]
III-2-1
|
34344 |
de zeug naar de beer brengen |
drijven:
drīvǝ (L297p Belfeld)
|
De zeug laten dekken door de beer, het mannelijk varken. [N 19, 30; JG 1a, 1b, 2c; N 76, add.; monogr.]
I-12
|
20808 |
deeg |
deeg:
deig (L297p Belfeld)
|
deeg [SGV (1914)]
III-2-3
|
25548 |
deeg kneden |
kneden:
knē̜jǝ (L297p Belfeld),
knęjǝ (L297p Belfeld),
mengen:
meŋǝ (L297p Belfeld)
|
Bepaalde grondstoffen t.w. bloem, gist, zout, vocht vormen het deeg. Eventueel worden er nog andere toevoegingen bijgevoegd. Dit deeg gaat men kneden om een massa te verkrijgen waarin de verschillende grondstoffen in de juiste verhouding zo volkomen en gelijkmatig mogelijk dooreengemengd zijn (Schoep blz. 90-91). Naast "kneden met de hand" komt voor "kneden met de voeten" of kneden met de deegmachine". De informant van L 428 merkt op dat "mengelen" het mengen der diverse ingrediënten inhoudt en het eigenlijk kneden ''knē̜jǝ'' is. In dit lemma wordt het object "deeg" niet fonetisch gedocumenteerd. Bij documentatie zou de meest voorkomende variant dęjx zijn geweest. Daarnaast zouden er nog varianten voorkomen als dēx, dē.x, dējx, dē̜k, dē.jx, tī.x, dījx, dix, dīx en di.x.' [N 29, 20b; N 6, 47; S 18; L 1a-m: monogr.; L 22, 41]
II-1
|
18910 |
degelijk |
grondig:
grondig (L297p Belfeld)
|
grondig [SGV (1914)]
III-1-4
|
19704 |
deksel |
deksel:
deksel (L297p Belfeld)
|
deksel [SGV (1914)]
III-2-1
|
33916 |
dempig |
dempig:
dɛmpex (L297p Belfeld)
|
Gezegd van runderen of paarden met dempigheid, een bemoeilijking van de ademhaling; bij runderen is het vaak een naziekte van het mond- en klauwzeer. Het paard vertoont een versnelde ademhaling, gepaard met een temperatuursverhoging en hoesten. Dempigheid of kortademigheid is niet chronisch, in tegenstelling tot ''cornage'' (7.38). [JG 1b; A 48A, 38a; L 1, a-m; L 23, 1a en 1b; N 8, 87, 88 en 89a; N 52, 24; S 6]
I-9
|
19048 |
denken |
beginnen:
beginne (L297p Belfeld)
|
denken [SGV (1914)]
III-1-4
|