| 18518 |
colbertjasje |
kort jasje:
kort jeske (L297p Belfeld)
|
colbertjasje, (korte) jas van een kostuum [N 23 (1964)]
III-1-3
|
| 19823 |
commode, ladenkast |
commode:
koͅmūt (L297p Belfeld)
|
commode [SGV (1914)]
III-2-1
|
| 21308 |
compagnie |
compagnie (fr.):
companie (L297p Belfeld)
|
compagnie [SGV (1914)]
III-3-1
|
| 22829 |
concert |
concert (<fr.):
concert (L297p Belfeld)
|
concert [SGV (1914)]
III-3-2
|
| 23202 |
congregatie |
congregatie:
congregasie (L297p Belfeld)
|
congregatie [SGV (1914)]
III-3-3
|
| 24327 |
daas (tabanidae) |
daas:
das (L297p Belfeld),
dees:
dès (L297p Belfeld)
|
daas (paardenvlieg) [SGV (1914)] || larve van de runderhorzel [DC 45 (1970)]
III-4-2
|
| 27184 |
dak |
dak:
dāk (L297p Belfeld)
|
Het gehele samenstel dat de bedekking vormt van een huis of gebouw. Het bestaat uit een kap die wordt afgedekt met pannen, leien, zink, ijzer, stro of riet en die rust op de muurplaat of balklaag. Men onderscheidt verschillende dakvormen. Zie ook de volgende lemmata. [S 6; L 1a-m; L 8, 66; L 12, 9; L A2, 500; N 32, 43a; monogr.; Vld.]
II-9
|
| 29834 |
dakpannenklei |
aarde:
ē̜rt (L297p Belfeld
[(gebruikt voor greswaren)]
)
|
Zware, zeer vette klei die als grondstof voor de vervaardiging van dakpannen wordt gebruikt. De klei mag weinig kalk of gips bevatten en wordt doorgaans gemengd in de verhouding drie delen klei op één deel zand. Zie ook de toelichting bij het lemma ɛklei, leemɛ.' [N 27, 48; monogr.]
II-8
|
| 24915 |
dal, vallei |
laagte:
liëgte (L297p Belfeld)
|
laagte [SGV (1914)]
III-4-4
|
| 18706 |
damesblouse |
bloes:
bloes (L297p Belfeld)
|
damesblouse, te dragen bij een rok [bloes, stelsel, jak, beskien, kazevek] [N 23 (1964)]
III-1-3
|