e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L297p plaats=Belfeld

Overzicht

Gevonden: 1933
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
knikkebenen met doorgezakte knie?n lopen: met doorgezakte knieen laupe (Belfeld) lopen: met doorknikkende knieën lopen [kwakken] [N 10 (1961)] III-1-2
knikker kuls: köls (Belfeld) knikker [SGV (1914)] III-3-2
knipogen oogje nijpen: uigske niepe (Belfeld) knipogen [SGV (1914)] III-1-1
knoeien knoeien: knoeie (Belfeld), slabben: sjlabbe (Belfeld) morsen [SGV (1914)] || slabben [SGV (1914)] III-2-3
knoeien, morsen, bevuilen knoeien: knoeie (Belfeld) morsen [SGV (1914)] III-4-4
knoest aast: oast (Belfeld) noest [SGV (1914)] III-1-4
knolraap, raap reuben: rø̄bǝ (Belfeld) Brassica rapa L. var. rapa. Knolraap is de gekweekte knol van de plant met de naam raapzaad, die een radijsachtige smaak heeft en doorgaans als veevoeder wordt geteeld, maar ook werd gegeten. Vergelijk ook de toelichting bij het lemma Koolraap (Bovengronds). De knollen zijn wit en hebben de grootte van een appel; het bovenste randje van de knol is vaak purperkleurig. Vaak worden ze in het stoppelveld gezaaid, na de graanoogst. De antwoorden zijn in het meervoud gegeven, behalve voor de verkleinvorm raapje dat aan het einde van het lemma is toegevoegd. [N 7, 16; N 12, 40; N 12A, 4b; JG 1b, 2c; L 6, 3a; L 41, 1; Wi 5; R 3, 31; monogr.; add uit N 12, 41 en Goossens 1963, kaart 20] I-5
knoop knoop: knoup (Belfeld), knuip (Belfeld), knǫwp (Belfeld) knoop [SGV (1914)] || knoopen (mv.) [SGV (1914)] || Plat, rond schijfje of min of meer bolvormig voorwerpje van been, hout, metaal enz., dat aan kleding of andere gebruiksvoorwerpen wordt genaaid, hetzij als een middel om ze te doen sluiten of met een deel van hetzelfde of met een ander stuk te verbinden. [N 59, 135; N 62, 65a; Gi 1.IV, 48; Wi 5; S 18; MW; monogr.] II-7, III-1-3
knorrepot grommelpot: grommelpot (Belfeld) knorrepot [SGV (1914)] III-1-4
knuppel, knots kluppel: kluppel (Belfeld), kløpəl (Belfeld) knuppel [RND], [SGV (1914)] III-1-2