21400 |
koopwaar |
waar:
waar (L297p Belfeld)
|
waar (goede ~) [SGV (1914)]
III-3-1
|
23216 |
koor |
koor:
koer (L297p Belfeld)
|
koor [SGV (1914)]
III-3-3
|
18004 |
koorts |
koorts:
ko:rs (L297p Belfeld),
koors (L297p Belfeld)
|
koorts [RND], [SGV (1914)]
III-1-2
|
21411 |
kopen |
kopen:
koupe (L297p Belfeld)
|
koopen [SGV (1914)]
III-3-1
|
19582 |
kopje |
komp:
komp (L297p Belfeld)
|
een kop koffie [SGV (1914)]
III-2-1
|
19325 |
koppig |
koppig:
köppig (L297p Belfeld)
|
koppig [SGV (1914)]
III-1-4
|
34200 |
kopziekte |
kopziekte:
kopzēkdjǝ (L297p Belfeld)
|
Door de overgang van de stal naar de weide treden stoornissen op in het maagdarmkanaal na plotselinge opname van grote hoeveelheden eiwit uit het jonge gras. Kopziekte komt vooral in het voorjaar voor. Bij een acuut verloop is er een potselinge aanval van krampen, waarbij alle ledematen, hals, hoofd, ogen en oren betrokken zijn. De opeenvolgende krampgolven nemen in hevigheid toe, totdat de dood volgt door een hartkramp (Berns 1983, blz. 137). Door de boeren wordt kopziekte vaak verward met melkziekte. Het zijn allebei zogenaamde deficiëntieziekten: bij kopziekte gaat het dan om een gebrek aan magnesium, bij melkziekte aan calcium. Zie ook het lemma ''kopziekte'' in wbd I.3, blz. 474-475.' [N 3A, 79; A 48A, 3; monogr.]
I-11
|
24194 |
korhoen |
korhoen:
koerhón (L297p Belfeld)
|
korhoen
III-4-1
|
24539 |
kornoelje (alg.) |
timpelteer:
tiepeltère (L297p Belfeld)
|
kornoelje [SGV (1914)]
III-4-3
|
18013 |
kortademig |
dempig:
dempig (L297p Belfeld),
kort:
kort van oam (L297p Belfeld)
|
dempig [SGV (1914)] || kortademig [kort, kortborstig, dempig] [N 10a (1961)]
III-1-2
|