e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Berg

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
uitspannen uitspannen: au̯.tspanǝ (Berg) Het paard losmaken van de kar of het werktuig waarin of waaraan het gespannen is. Bij het uitspannen uit een kar met berries worden de draagriem, de brede buikriem en de strengen losgemaakt. Vervolgens wordt het paard naar de stal geleid. [JG 1b, 2c; N 8, 98b; monogr.] I-10
uitwerpselen van het paard paardskeutel: pęrskø̄tǝl (Berg) [A 9, 24b] I-9
uitwerpselen van koeien koeflat: kōflat (Berg), koeflater: kōflātǝr (Berg), koestront: kustro.nt (Berg) [N M, 8a; A 9, 24a; JG 1a, 1b; N 11A, 40a; monogr.; add. uit N 5A (I] I-11
uitwijken afzetten: ǭf˲zętǝ (Berg) Als de weg smal is en er komt van de tegenovergestelde zijde een kar af, dan zullen beide voertuigen moeten uitwijken. [JG 1a, 1b; monogr.] I-10
urineren zeiken: zeikə (Berg) zeiken [ZND A2 (1940sq)] III-1-1
vaars jaarling: jørleŋ (Berg), vaars: vi̯as (Berg), vērs (Berg), vɛs (Berg) Jonge koe van ongeveer twee jaar die nog geen kalf heeft gehad of voor de eerste maal kalft. [JG 1a, 1b; A 2, 38; A 4, 11; Gwn V, 6; L 8, 27; L 20, 11; R 3, 37; S 38 en 49; Wi 16; monogr.; add. uit N 3A, 20] I-11
vademen (de/een) naald(e) vamen: ǝn nǭlj vē̜mǝ (Berg) Een draad door het oog van een naald halen. In dit lemma zijn de objecten draad, garen, draad garen, vaam, vaam garen niet gedocumenteerd. [N 59, 68; N 62, 10; L 8, 29; L B1, 76; MW; monogr.] II-7
vagina, geslachtsorgaan van de merrie lijf: lai̯.f (Berg) Het uitwendig zichtbare geslachtsdeel. [JG 1a, 1b; N 8, 35, 39b en 40] I-9
van veren wisselen rijzelen: rai̯zǝlǝ (Berg), rái̯.zǝlǝ (Berg), rāi̯zǝlǝn (Berg) [N 19, 51; L 6, 20; L 42, 5; L 48, 10; A 26, 8; Lu 2, 10; Lu 4, 8; S 30; JG 1a, 1b, 2a-2, 12, 2c; monogr.] I-12
vangen vangen: vaŋə (Berg) vangen [ZND m] III-1-2