27854 |
lading |
vracht:
vraxt (K358p Beringen)
|
Datgene wat op de kar of kruiwagen wordt geladen. [JG 1a, 1b; Wi 52; monogr.]
I-10
|
18304 |
lage herenschoen, molière |
lage schoen:
līēg schōēn (K358p Beringen),
līg sXūn (K358p Beringen),
molire (fr.):
mŏĕljèèrs (K358p Beringen),
muljēͅrs (K358p Beringen)
|
herenschoenen, lage ~ [N 24 (1964)]
III-1-3
|
33360 |
lage kachel voor de ketel met was of veevoer |
fornuis:
fǝrnē̜ ̞s (K358p Beringen),
wasvuurtje:
was˲vurkǝ (K358p Beringen)
|
De lage kachel waarop de ketel met was of veevoer verwarmd wordt. De benamingen met ketel doen denken aan een gecombineerde ketel en kachel, vast verbonden, met een grote inhoud. Een bereklauw heeft drie poten. De kachel dient niet om een ruimte te verwarmen. Sommige benamingen wijzen op de afwezigheid van een kachel of op de aanwezigheid van een open vuur. Zie ook afbeelding 8 bij het lemma "voorstal" (2.2.5). [L 23, 58c; monogr.]
I-6
|
32447 |
lage klomp |
klonk mee leer:
[klonk] mɛ lēǝr (K358p Beringen)
|
Klomp met een lage en korte kap die slechts het voorste deel van de voet bedekt. Over de klompopening is een leren riem aangebracht die door middel van kleine spijkertjes met platte kop wordt vastgezet. Zie ook afb. 260. Het woord(deel) klomp is fonetisch gedocumenteerd in het lemma ɛklompɛ.' [N 24, 70c; monogr.]
II-12
|
18377 |
lage klomp? |
klonk met leer:
klōŋkə meͅ lēər (K358p Beringen)
|
klomp, lage open ~ met een riem over de wreef [N 24 (1964)]
III-1-3
|
33702 |
lage, natte plekken in moeras |
laagte:
līxtǝ (K358p Beringen),
zonk:
zoŋk (K358p Beringen)
|
De lager gelegen delen in een moeras waarin steeds water staat. [N 27, 21b]
I-8
|
33680 |
lage, natte zandgrond |
grijze grond:
grē̜zǝ gront (K358p Beringen),
zuipkot:
zø̜ǝpkot (K358p Beringen)
|
[N 27, 35; R 3, 5]
I-8
|
18351 |
lakschoen |
laquschoen (<fr.):
lake sXun (K358p Beringen),
lakee schoen (K358p Beringen, ...
K358p Beringen),
lakeeschoen (K358p Beringen),
lakesXun (K358p Beringen),
lakēsXūn (K358p Beringen)
|
damesschoenen; inventarisatie overige soorten; betekenis/uitspraak [N 24 (1964)] || lakschoenen [gelakkerde sjeun] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
18147 |
lam |
lam:
la:m (K358p Beringen),
laam (K358p Beringen),
lam (K358p Beringen, ...
K358p Beringen,
K358p Beringen),
lammetje:
lɛmǝkǝ (K358p Beringen),
lem:
lɛm (K358p Beringen),
schaapje:
sxø̜̄pkǝ (K358p Beringen)
|
Jong van het schaap in het algemeen. Zie afbeelding 5. [N 70, 3; R 3, 36; S 20; Wi 5; Wi 12; L 20, 22c; L 6, 25; L 1a-m; JG 1a, 1b; AGV, m 3; A 2, 45; A 2, 1; A 4, 22c; Vld.; monogr.] || lam [ZND 01 (1922)] || ze is lam [ZND 29 (1938)]
I-12, III-1-2
|
34412 |
lammeren |
lammen:
lamǝ (K358p Beringen),
lāmǝ (K358p Beringen)
|
Jongen ter wereld brengen, gezegd van het vrouwelijk schaap. [N 19, 67; JG 1a, 1b; L 29, 32; L 1a-m; N C, add.; Vld.; monogr.]
I-12
|