e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=K358p plaats=Beringen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lammetjespap boekweitpap: Syst. Frings  boͅkwɛ̄tpap (Beringen) Pap van boekweitmeel (lemmekespap?) [N 16 (1962)] III-2-3
lamoen gestel: gǝstęl (Beringen) Het voorstel in z''n geheel: de twee berries en de verbindingsscheien. De benaming voor het lamoen komt voornamelijk voor in het zuidoosten van Belgisch Limburg en in het zuiden van Nederlands Limburg. [N 17, 50b + 90; N G, 54b + 56h + 64a; JG 1a; JG 1b; JG 1d; JG 2c; L 32, 63; L 34, 10; A 27, 20; Lu 5, 20] I-13
lamp lamp: lamp (Beringen, ... ) lamp [ZND 01 (1922)], [ZND 29 (1938)] III-2-1
lampenpit wiek: wik (Beringen, ... ), wīk (Beringen, ... ) brander (van een lamp) [ZND 01 (1922)] || De lampepit (ook wiek geheeten; Fr. mèche) [ZND 17 (1935)] || lampepit [ZND 01 (1922)] || lampepit van katoen in een petroleumlamp (limet, lemmet, lemment, lemmert) [N 20 (zj)] III-2-1
land land: land (Beringen), lant (Beringen, ... ) land [ZND 01 (1922)], [ZND 29 (1938)] III-3-1
landerijen bouwland: bouwland (Beringen), goed: gut (Beringen) Het geheel van bebouwde akkers, weilanden en velden, behorend bij een boerderij. [N 6, 33a; N 5A, 76d; A 10, 3; A 11, 4; A 20, 1b; JG 1b, 1d; L 37, 11a; L 38, 23; L 44, 27; Vld.; monogr.] I-8
landrol wel: wɛl (Beringen) De vroeger houten, later ijzeren rol om aard-kluiten van geploegd land te breken, de akker vlak te maken, het zaad in de aarde vast te drukken, enz. Zie afb. 81 en 82. [JG 1a + 1b; N 11, 86; N 11A, 183 + 185; N J, 10 add.; N P, 20 add.; A 40, 9; monogr.] I-2
lang leven lang leven: znd 30, 15;  lank leven (Beringen) lang leven [ZND 30 (1939)] III-2-2
lang schortlint binder: bendərs (Beringen), binders  bènders (Beringen), lint: lentə (Beringen), lènte (Beringen) linten, lange ~ of banden waarmee een voorschoot om het middel wordt geknoopt [binders] [N 24 (1964)] III-1-3
lange broek lange broek: hij draagt een lange brok (Beringen), laŋ brōk (Beringen), ən laŋ brok (Beringen), pantalon (fr.): pantaloͅ (Beringen) lange broek (hoe heet ...?) [ZND 22 (1936)] || pantalon, lange broek [N 23 (1964)] III-1-3