e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=K358p plaats=Beringen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pronkveer op een hoed pluim: plø̄əm (Beringen), pløͅəm (Beringen) pluim van een muts [floes] [N 25 (1964)] || pronkveer op een hoed [N 25 (1964)] III-1-3
proppenschieter klots: klots (Beringen, ... ), klòts (Beringen), ən kloͅts (Beringen), klotskot: korte o of lange o?  klotskot (Beringen) Een klakkebus (buis uit vlierhout, waarmee proppen worden weggeschoten). [ZND B1 (1940sq)] || Een klakkebus (cilindervormig kinderspeeltuig van uitgehold vlierout, waarmede een prop wordt weggeschoten). [ZND 08 (1925)] || Klakkebus; cilindervormig kinderspeeltuig van vlierhout. [ZND 15 (1930)] III-3-2
provisiekast, etenskast schap: sxap (Beringen, ... ) voorraad- of provisiekast [N 05A (1964)] III-2-1
pruim pruim: pruim (Beringen) [ZND 34 (1940)] I-7
prutsen frullen: frullen (Beringen), prutsen: prutsen (Beringen) Frutselen (met kleinigheden bezig zijn). [ZND 35 (1941)] || prutsen: uitspraak [ZND 40 (1942)] III-1-4
prutswerk gepros: wat e gepras (Beringen) Wat een geknoei (slecht en slordig werk). [ZND 35 (1941)] III-1-4
pudding crme: Syst. Frings  krēͅm (Beringen), krɛ̄m (Beringen) Pudding (bodding, podding?) [N 16 (1962)] III-2-3
puimsteen puimsteen: puimsteen (Beringen) Lichte poreuze gestolde lava met een sponsachtig uiterlijk voor het polijsten van houtwerk en het inschuren van natte grondverf. De 'Gotlandsteen' (Q 162) is een zeer fijnkorrelige zandsteen uit Gotland in Zweden, harder dan puimsteen, die voor fijn schuurwerk wordt gebruikt. [S 29; L 40, 80; N 67, 60c; Renders 1; monogr.] II-9
pullover pullover: pølovər (Beringen), wambuis: waməs (Beringen) pullover truivest met mouwen zonder knopen [N 23 (1964)] III-1-3
punt van het blad van de zeis punt: pønt (Beringen), tip: tøp (Beringen) De scherpe punt aan het blad van de zeis, aan het uiteinde tegenover de arend en de hak. Zie afbeelding 5, nummer 3. [N 18, 68c; JG 1a, 1b, 2c; monogr.] I-3