20574 |
vieruursboterham |
koffie, de -:
bij werklieden
koffie (K358p Beringen)
|
namen en uren van de dagelijkse maaltijden: 15 uur [ZND 18G (1935)]
III-2-3
|
21537 |
vijf centiem |
knabje:
een knepke (K358p Beringen),
ə kneͅpkə (K358p Beringen)
|
Bestaat er een dialectnaam voor een stuk van 5 centimes? [ZND 28 (1938)]
III-3-1
|
21538 |
vijfentwintig centiem |
kwart:
kwart (K358p Beringen),
ə kwḁrt (K358p Beringen),
kort
kwart (K358p Beringen)
|
Bestaat er een dialectnaam voor een stuk van 25 centimes? [ZND 28 (1938)] || dialectnamen van de kleinste geldstukken (met waarde) [ZND B2 (1940sq)]
III-3-1
|
24961 |
vijver |
vijver:
vęi̯vǝr (K358p Beringen)
|
Kleine, natuurlijke of (meest) gegraven, vaak omsloten waterplas. Vroeger groef men vaak vijvers om er vis in te houden. Tegenwoordig is de vijver vaak een deel van een park- of tuinaanleg. [R 7, 18; S 40; A 20, 1e; L 8, 47; monogr.]
I-8
|
17768 |
vinger |
vinger:
vinger (K358p Beringen),
viŋər (K358p Beringen, ...
K358p Beringen)
|
Doorn: ik heb een doorn in mijn vinger [ZND 23 (1937)] || vinger [RND]
III-1-1
|
17769 |
vingerlid |
lid:
led van ne vinger (K358p Beringen)
|
lid van de vinger [ZND 37 (1941)]
III-1-1
|
24265 |
vink |
botvink:
botvink (K358p Beringen),
vink:
vīnk (K358p Beringen)
|
vink [Willems (1885)], [ZND 43 (1943)]
III-4-1
|
19746 |
violier |
flier:
flier (K358p Beringen),
violier:
fler (K358p Beringen),
flier (K358p Beringen),
flir (K358p Beringen)
|
Cheiranthus cheiri, Fr. Giroflée des murailles [ZND 15 (1930)] || Violier (Matthiola incana (L.) R.Br.). Sierplanten, meestal met langwerpige, gaafrandige bladeren; grijsachtig door de dichte beharing. De bloemen zijn verschillend gekleurd, maar niet geel, meestal paarsrood. Dik van blad en vaak met dubbele bloemen. Hau [ZND 15 (1930)]
I-7, III-2-1
|
22671 |
viool |
viool:
en vieôl (K358p Beringen)
|
Viool. [Willems (1885)]
III-3-2
|
19745 |
viooltje |
fletje:
fletteke (K358p Beringen),
pense-tje:
penseeke (K358p Beringen)
|
Viola, Fr. violette [ZND 34 (1940)]
I-7
|