33362 |
voer- en drinkgoot |
drinkgoot:
driŋk˲got (K358p Beringen)
|
De goot die vóór de koeien langs loopt in de vloer van de stal, waarin het voer wordt uitgespreid en, soms, ook water wordt gegoten om het vee te drenken. Al de benamingen die verwijzen naar een opgemetselde bak zijn overgeplaatst naar het lemma "vaste voer- en drinkbak" (2.2.15). Zie ook dat lemma. Zie ook afbeelding 8 bij het lemma "voorstal" (2.2.5). [N 5A, 37a; A 10, 10]
I-6
|
33354 |
voergang in een dubbele stal |
gang:
gáŋk (K358p Beringen),
voedergang:
[voedergang] (K358p Beringen)
|
In een dubbele stal, waar de koeien met de koppen naar elkaar toe staan, dient de middengang als voedergang en als hij breed genoeg is tevens als opslagplaats voor (groen)voeder. Het lemma omvat benamingen zowel voor de middengang in het algemeen als voor de middengang als voedergang. Zie voor de fonetische documentatie van (voedergang), (voergang) en (voerij) het lemma "voorstal, voedergang" (2.2.5). Zie afbeelding 9. [N 5A, 57a; add. uit N 5A, 48b]
I-6
|
28819 |
voering, voeringstof |
voering:
voǝreŋ (K358p Beringen)
|
Stof waarmee kledingstukken van binnen bekleed worden. [N 62, 18a; N 62, 84; A 4, 27b; L 20, 27b; Gi 1.IV, 29; MW; S 41; monogr.]
II-7
|
28326 |
voerman |
voerman:
vūrman (K358p Beringen)
|
Persoon die een ingespannen paard bestuurt of ment. [JG 1a, 1b; monogr.]
I-10
|
33054 |
voerman op de maaimachine |
pikker:
pekǝr (K358p Beringen)
|
De opgaven bestaan vaak uit omschrijvingen en er is weinig echte terminologie; vergelijk ook het lemma ''afleggen'' (4.4.3). [N J, 3a; monogr.]
I-4
|
34288 |
voerschep |
pollepel:
pǫllēpǝl (K358p Beringen),
schepper:
sxø̜pǝr (K358p Beringen)
|
Schep zonder steel om voer uit de koe- of varkensketel te scheppen. [N 18, 9a en 132; JG 1a, 1b]
I-11
|
21134 |
voertuig |
gerij:
gǝrē̜i̯ (K358p Beringen)
|
Algemene benaming voor de vracht- en personenvoertuigen. [N 17, 15; N 17, 99; N G, 59; L 28, 24; monogr.]
I-13
|
17777 |
voet |
voet:
voet (K358p Beringen)
|
voet [ZND 08 (1925)]
III-1-1
|
19486 |
voetbankje |
voetbankje:
vūt˂baŋkskə (K358p Beringen),
vūt˂bɛŋkskə (K358p Beringen)
|
voetbankje [ZND 02 (1923)]
III-2-1
|
17778 |
voetzool |
plat:
plat v.d. voet (K358p Beringen)
|
hoe heet het onderste vlak van de voet [ZND 40 (1942)]
III-1-1
|